Deze maand is het 20 jaar geleden dat Herman Brood zich op 54-jarige leeftijd van het leven beroofde door van het dak van het Hilton Hotel te springen. Mokum Magazine haalt herinneringen op met zijn vrouw Xandra Brood (62).

Waarom werd je ooit verliefd op Herman?

‘Ik was aan het werk in de Richter, waar Herman ook vaak kwam. Op de een of andere manier deed hij zijn best om mijn aandacht te trekken. Glazen ophalen, steeds vragen of ik na mijn werk met hem meeging, dat soort dingen. Ik wist wel wie hij was en ik vond het een interessante, charmante en geestige man, maar zijn muziek kende ik niet echt. Ik ben toen eerst naar een optreden in het Vondelpark gegaan en dat vond ik hartstikke leuk. Weer wat later vroeg hij of ik een keer naar de Citadel kwam in de Lange Leidsedwarsstraat, waar hij boven woonde. Ook daar moest hij spelen en eigenlijk waren we daarna vrijwel altijd samen.’

Wat voor een type was jij in die tijd?

‘Enerzijds was ik een verlegen schaapje uit Brabant met een heel lief stemmetje, maar anderzijds was ik ook snel ingeburgerd en was ik best wel wild in die tijd. In de jaren 80 kon en mocht alles – en daar maakten we gretig gebruik van. Ik hield ervan om na werktijd nog uit te gaan in Amsterdam. Als muzikant was Herman soms nog eerder thuis dan ik en dan kwam hij me ophalen.’

Wat vond je van zijn rock-’n-roll leven?

‘Daar rolde ik vrij gemakkelijk in. Herman was al een fenomeen toen ik hem leerde kennen. Hij was al in Amerika geweest, de film Cha Cha was een succes en hij had ook al een aantal gouden en platina platen op zijn naam staan. Kortom, hij hield mensen bezig en er werd veel over hem geschreven.’

Nog altijd tovert de naam ‘Herman Brood’ bij velen een glimlach op het gezicht…

‘Herman was een persoonlijkheid en had een heel sterk charisma. Ik vind het mooi voor hem dat hij nog steeds zo lééft, dat had hij heel fijn gevonden. Ja, hij hield van publiciteit en aandacht. Tot op de dag van vandaag hoor ik vaak terug dat mensen hem graag hadden gekend. Iedereen heeft ook wel een verhaal met hem, waarbij ik soms zelfs denk: dat kan niet waar zijn wat je nu zegt. Eigenlijk wil iedereen een beetje Herman zijn in de zin van: doen wat je zelf wilt.’

In 1985 zijn jullie getrouwd. Hoe zou je jullie huwelijk omschrijven?

‘Er was veel liefde, maar vanwege alle andere vrouwen die hij had was ik op een gegeven moment ook klaar met zijn gedrag en heb ik hem gezegd dat hij maar lekker ergens anders moest gaan wonen. Of wij weleens over monogamie hebben gesproken? Nee, maar ik wist natuurlijk wel dat daar bij Herman geen sprake van zou zijn. Toch was het wel anders dan bij mannen die er stiekeme langdurige relaties op nahouden. Dat vind ik heftiger dan een keer met iemand naar bed gaan.’

Kon je goed omgaan met zijn drank- en drugsgebruik?

‘Ja, eigenlijk wel. Drank en drugs hielden hem in evenwicht. Hij was ook nooit dronken of vervelend, ofzo. Wel was het nodig dat ik hem – na nachtenlang doorschilderen – erop wees dat hij écht even moest gaan slapen. Zorgen maakte ik me niet echt. Dat klinkt misschien onbevangen, maar dat was het niet. Het ging gewoon zo. Go with the flow, of hoe je het ook wilt noemen. Bovendien vind ik niet dat je met iemand moet trouwen als je vindt dat hij moet veranderen. Dát zou ik pas raar vinden.’

Lees ook: Hazes was nu ongetwijfeld de éminence grise van de Nederlandse blues geweest!’

Twintig jaar geleden overleed Herman. Hoe voelt dat voor jou?

‘Als de dag van gisteren weet ik nog wat er allemaal gebeurde op 11 juli 2001. Dat het alweer twintig jaar geleden is, voelt onwerkelijk. Ik weet nog goed dat hij op die dag wegging en niks zei, terwijl hij meestal nog even een kus aan me gaf. Ik had haast, want ik ging met onze Holly, Brenda en een vriendin naar het circus. Lola bleef thuis om te oefenen voor een playbackshow. Op de heenweg reden we langs het Hilton, waar een helikopter was geland. ‘Mam, er is iets gebeurd, zullen we gaan kijken?’, riep Holly. We reden door, maar toen was Herman dus al gesprongen. De politie is eerst naar Lola gegaan om haar te vertellen dat haar vader zich van het leven had beroofd. In eerste instantie wist ze nog niet zo goed wat dat betekende, maar de politie moest het haar wel vertellen omdat het gerucht al door heel Nederland gonsde. De politie wilde weten waar ik was en in de pauze van de circusvoorstelling kwam Lola eraan met een aantal agenten. In eerste instantie dacht ik ‘jeetje, klootzak’, maar naderhand snapte ik zijn keuze heel goed. Ook toen hij nog leefde dacht ik er al regelmatig over na wat ik zou aantrekken als hij zou overlijden. In de weken ervoor luisterde ik ’s nachts of hij nog ademde als hij naast me lag. Ik had niet verwacht dat hij van het Hilton Hotel zou springen, maar ergens hield ik er dus al wel rekening mee dat hij een hersenbloeding of hartstilstand kon krijgen. Ik wist dat het misging, zijn lichaam was op.’

Hoe was jouw laatste periode met Herman?

‘Zijn lichaam was dus verwoest. De speed werkte niet meer en daar was hij heel boos over. Maar hij bleef drinken en zag er steeds slechter uit. Opgeblazen. Hij gedroeg zich ook anders. Het was altijd een heel lieve man, maar hij werd depressief, zat alleen nog maar op de bank en gooide uit frustratie een keer met eten naar de tv. Ik probeerde hem te stimuleren om weer te gaan schilderen, maar dat was tevergeefs. Het was heel triest om te zien.’

Ben jij weleens dapper genoemd door mensen die het bewonderenswaardig vinden dat jij het avontuur met Herman bent aangegaan?

‘Het mooiste compliment dat ik ooit kreeg, was van de kinderen die tegen me zeiden dat ik het zo goed heb gedaan. Het was anders bij ons, maar op de een of andere manier was het ook altijd heel leuk. Herman deed van alles met ze en was weliswaar een onvoorspelbare, maar ook een geweldige vader.’

Hoe vaak denk je aan hem?

‘Omdat er nog steeds heel veel aandacht voor Herman is, blijft hij altijd in mijn gedachten. Er hangen veel foto’s bij me thuis en heel soms praat ik nog weleens tegen hem, of wens ik hem welterusten.’

Zelf ben je nu 62.

‘Ja, maar dat vind ik helemaal niet leuk. Dat voelt toch een beetje alsof ik naar de andere kant hevel. Ik heb vrienden die al zeventig zijn en we gaan allemaal richting ‘oud zijn’. Dat vind ik jammer. Ik hoef echt geen 18 meer te zijn, maar ik wil wel het liefst fit en jong zijn.’

Herman had nu 74 kunnen zijn…

‘Ook dat vind ik zonde. Hij is 54 geworden en dat is best jong. Wat ik vooral jammer vind, is dat hij de kinderen niet heeft zien opgroeien. Ja, alles is anders geworden, maar één ding staat vast: Herman leeft voort. En ik kan je verklappen dat er zelfs nog wat nieuwe dingen aankomen…’

Mooie uitspraken van Herman Brood

1 ‘Ik accepteer u zoals ik ben.’

2 ‘Overal ben ik welkom en toch hoor ik nergens bij.’

3 ‘Niets is zo bourgeois als de angst om burgerlijk te zijn.’

4 ‘God is een uit de hand gelopen kerstman.’

5 ‘Als het op is, worden we zuinig.’

 

Interview Martijn van Stuyvenberg