Op zijn prachtige debuutalbum How Would It Feel zingt Nambyar (Jesse Nambiar) zijn depressies, angsten en onzekerheden van zich af en biedt daarbij – voor zichzelf én voor anderen – een hoopvol perspectief.

‘Doorzetten’, luidt een goed advies aan jonge artiesten van Tineke Schouten in deze editie van Mokum Magazine (zie pagina 4). Waarom stopte de  Amsterdamse band Valerius, mede door jou opgericht, in 2014?

‘Voor alle bandleden was het tijd voor iets nieuws. Er kwam niks meer uit en dan houdt het op een gegeven moment op. We hadden allemaal de behoefte om onszelf door te ontwikkelen. Achteraf gezien ben ik blij dat we die keuze hebben gemaakt, want ik ben trots op wat ik daarna heb bereikt.’

En daar stond je dan, eind oktober, in een uitverkocht Bitterzoet…

‘Ik krijg nog steeds kippenvel als ik daaraan terugdenk. Daar had ik zó lang naartoe geleefd en het werd een ontzettend toffe show. ‘Dit is wat ik wil’, ‘voor het eerst vertel ik mijn eigen verhaal’ en ‘ik heb het geflikt’, dacht ik die avond.’

Je eigen muzikale identiteit is nu een feit?

‘Ik denk het wel, ja. Al vanaf jonge leeftijd ben ik ermee bezig. Op de basisschool was ik een enorme hardrocker, op de middelbare school was ik een soort punker en daarna ging ik over op de hiphop. Ongetwijfeld is die zoektocht naar jezelf voor veel mensen herkenbaar en dan weet je dus óók hoe fijn het is als je identiteit uiteindelijk hebt bepaald en je lekker in je vel zit.’

Op je debuutalbum smijt je alles op tafel, waaronder ook over de meest donkere periode van je leven. Die zware depressie had je ook voor jezelf kunnen houden…

‘Weet je wat ik moeilijk vind aan deze tijd? Dat iedereen een perfect plaatje van zichzelf probeert te schetsen. Daar ga ik helemaal niet lekker op. Ik ben gewoon een melancholisch ventje.  Mood swings heb ik al mijn hele leven. Die horen ook bij mij en daar ben ik heel open over, dus waarom zou ik ze dan voor mezelf houden? Inmiddels heb ik al van veel mensen teruggehoord dat zij er veel aan hebben gehad dat ik er een aantal nummers over heb geschreven.’

Lees ook: Jeroen van Inkel: ‘De grote kracht van succes is originaliteit’

Normaal-zanger Bennie Jolink zei ooit: ‘ik breek nog liever elk bot in mijn lichaam twee keer dan dat ik een minuut depressief ben’.

‘Ik weet niet of dat ook voor mij geldt. Depressiviteit moet je accepteren en omarmen. Als je dat niet doet, is de kans groot dat het weer terugkomt.’

We leven in de muzikale tijd dat je als Nederlands artiest een succesje behaalt wanneer je een meezinger schrijft over ‘zwemmen in Bacardi Limón’ of dat je ‘een bon hebt gepakt’. Wat zegt dat over onze muzieksmaak?

(lachend) ‘Volgens mij kan je het antwoord zelf wel geven, toch? Alle respect en credits, maar zelf luister ik er niet naar, simpelweg omdat het niet met mij resoneert. Waarschijnlijk zou ik er heel ongelukkig van worden als ik alleen maar makkelijk in het gehoor liggende hits zou maken. Mijn leven draait niet om geld, scoren of succes hebben. Ik haal mijn geluk uit liefde in de breedste zin van het woord. Laatst kwam er na afloop van een optreden een stel naar me toe. De jongen vertelde me dat hij zoveel aan mijn nummer ‘Caroline’ had gehad en dat hij door mijn muziek zijn mindere periode kon afsluiten. Kijk, dát maakt mij nou gelukkig: iets kunnen losmaken én steun kunnen bieden aan anderen. En dat hoeft echt niet altijd met zware nummers, want ik schrijf ook songs waarin ik een feestje geef. Maar dan wel op míjn manier.’

Je bent nu 35 – volgens Britse onderzoekers ‘de saaiste leeftijd, maar ook de drukste’. Hoe zie jij je toekomst?

‘Ze hebben mij niet gebeld, want bij mij is het juist allesbehalve saai. Op mijn twaalfde werd ik geïnterviewd door de Nieuwe Revu. Op de vraag wat ik later wilde worden, antwoordde ik: ‘het liefst wil ik in een beroemde band spelen, als zanger met een gitaar.’ Nu zeg ik: laat mij vooral zo door blijven gaan. Ik wil nog heel veel albums maken en veel produceren, ook voor andere mensen. Misschien – als hij muzikale aspiraties heeft – wel voor mijn jongetje (zijn zoon Jonah, red.), want dan kan ik later naar zíjn optredens gaan.’

Productie Martijn van Stuyvenberg

Nambyar Nambyar Nambyar