Een prachtig jubileum: op 10 februari 2024 is topadvocate Conchita van Rooij 20 jaar lang advocaat. Ze vertelt je alles over de weg die zij heeft bewandeld.

Wilde jij altijd al advocaat worden?

‘Tijdens mijn studie rechten liep ik stage bij verschillende advocatenkantoren in Amsterdam. Met name de doorzettings- en overtuigingskracht die je binnen deze beroepsgroep moet hebben, spraken mij toen al aan. Het was in eerste instantie nog wel even uitvogelen naar welk rechtsgebied mijn specifieke voorkeur uitging. Daarnaast wilde ik mij breed oriënteren op de arbeidsmarkt, zodat ik uiteindelijk de beste keuze kon maken. Nadat ik mijn fiscale kennis als fiscaal financieel adviseur had verbreed – mede omdat ik wist dat je dit als ondernemer nodig hebt – besloot ik om de knoop door te hakken: advocaat! Vol enthousiasme volgde ik de Beroepsopleiding Advocaten en specialiseerde ik mij steeds meer in het Personen- en Familierecht. Al mijn juridische en fiscale kennis werd daarbij gecombineerd. Iedere dag een stapje dichterbij mijn doel om een eigen kantoor te runnen.’

Kun je jouw beëdiging als advocaat nog herinneren?

‘Nou en of! Allereerst is een beëdiging een heel bijzondere en plechtige aangelegenheid. Al weken van tevoren keek ik ernaar uit en ging ik op zoek naar de perfecte outfit (vooral ook voor de feestelijke borrel daarna). De beëdiging vindt plaats in de rechtbank tijdens een formele zitting. Meerdere advocaten worden op zo’n dag gelijktijdig beëdigd. Tijdens de zitting draagt de officier van justitie de aanstaande advocaat formeel aan om beëdigd te worden. Ook wordt er een persoonlijk praatje over jou gehouden. Het is een hele happening. Om officieel beëdigd te kunnen worden, moet de aanstaande advocaat de eed of belofte afleggen. Ik heb de eed gedaan. Daarna kun je jezelf advocaat noemen en behoor je tot de Orde van Advocaten. Dat is en blijf voor mij heel bijzonder.’

Hoe kijk jij tegenwoordig naar pleiten in de rechtszaal: verschilt dat heel erg met vroeger, of eigenlijk niet zo?

‘Eerlijk gezegd is er niet een heel groot verschil ontstaan, hoe gek dat misschien ook klinkt. Op het moment dat ik mag pleiten in de rechtszaal kruip ik volledig in mijn rol en komt mijn overtuigingskracht volop tot uitdrukking. Dat is een gevoel waar ik onwijs van geniet. Dit gevoel is met de jaren niet veranderd. Ik zorg altijd dat ik het dossier door en door ken, waardoor de eventuele ‘spanning’ voor het pleiten in de rechtszaal wordt weggenomen. Wel merk ik dat je, hoe ouder je wordt, misschien toch wat meer het gevoel hebt dat je iets sneller serieuzer wordt genomen dan een jong ‘broekie’ dat net haar tweede zitting doet. Al zie ik mezelf zeker nog niet helemaal als ‘oude rot’ in het vak, haha. Ik sta er altijd voor open om meer te leren, ook van het pleiten in de rechtszaal leer ik iedere zitting weer wat bij.’

Lees ook: Topadvocate Conchita van Rooij: ‘Ik zie in alles een uitdaging’

Is er iets waar jij specifiek heel trots op bent?

‘Waar ik écht trots op ben, is hoe ik de digitalisering van onze samenleving heb aangegrepen en direct heb toegepast op werkgebied. Ik was een van de eerste advocaten die zich begaf op social media, en dat werd mij in het begin zeker niet door iedereen in dank afgenomen. Ik post(te) tweets, foto’s, filmpjes, maak podcasts en doe mee aan radio- en televisieprogramma’s. Na al die jaren is dat nog steeds niet heel gebruikelijk voor familierechtadvocaten, dus ja: daar ben ik erg trots op. Op die manier kan ik mensen die het nodig hebben wat juridische kennis bijbrengen over onderwerpen die soms als taboe worden gezien, of waar men in ieder geval niet graag open over spreekt. Dat is iets waar ik als advocate voor sta.’

Wat zou jij anders hebben gedaan sinds jouw beëdiging 20 jaar geleden, als je het over mocht doen?

‘Mijn advies voor de beginnende advocaat ondernemers, met een tafel en een buitenpatroon en dus niet in loondienst bij een advocatenkantoor, zou zijn: neem een goede boekhouder. Het is bij een beginnende onderneming essentieel dat je boekhouding op orde is. Verder: wees leergierig en niet te eigenwijs.’