De dagen worden korter, de bladeren vallen van de bomen en het weer is koud, nat en guur. Veel dieren bereiden zich voor op de winterperiode. Zo help je ze een handje om de winter goed door te komen. vogels

Nestkasten

In het najaar zijn vogels druk op zoek naar een veilige plek waar ze in het voorjaar kunnen broeden en waar ze in de winter kunnen schuilen en rusten. Dit is dan ook de ideale tijd om nestkasten op te hangen. Maar wat voor nestkast? En wat is de best plek om deze op te hangen? Dit is afhankelijk van je omgeving en welke soort vogels je wilt helpen. Iedere vogelsoort heeft namelijk zijn eigen woonwensen.

Welke invliegopening?

Veel vogelsoorten maken hun nest in boomholtes. Zo ook verschillende mezen soorten, het winterkoninkje, de boomklever en de kleine bonte specht. Hiervoor kun je verschillende nestkasten ophangen, waarbij je rekening moet houden met het invlieggaatje. Voor kleine mezen, zoals de pimpelmees, is een nestkast met een invliegopening van 28mm zeer geschikt. Zij kunnen hier prima doorheen, in tegenstelling tot de koolmees en huismussen. Hierdoor zit de pimpelmees veilig voor andere vogelsoorten. De koolmees heeft een nestkast nodig met een invliegopening van 32mm en een opening van 34mm is geschikt voor de huismus. Daarnaast is het belangrijk om te weten dat bepaalde vogels in kolonies leven, zoals de huismussen. Voor hen kun je meerdere nestkasten bij elkaar ophangen. Andere vogelsoorten zijn juist zéér territoriaal, zoals de koolmees. Het is dan van belang dat de nestkasten voldoende uit elkaar hangen. Net als een mees is ook de gierzwaluw een ‘holenbroeder’. In stedelijke gebieden maakt hij zijn nest vaak in gaten en spleten van daken en oude gebouwen. Voor dit soort zijn speciale dakpannen te koop: in te metselen stenen met een gat erin.

Creëer een veilige broedplek

Ook zijn er vogelsoorten die gebruik maken van halfopen nestkasten. Denk hierbij aan het roodborstje en de kwikstaart. Deze vogels broeden van nature in dicht struikgewas. Doordat er steeds minder struiken in tuinen staan, is het lastig om een geschikte nestplek te vinden. Door het ophangen van een halfopen nestkast op een beschutte plek, creëer je een veilige broedplek.

Lees ook: Intratuin: zo krijg je een vogelvriendelijke tuin!

De locatie van de nestkast is zeer belangrijk

Plaats de nestkast op een rustige plek, zodat vogels zich veilig voelen. Houd er rekening mee dat katten niet in de buurt kunnen komen. Zorg ervoor dat de nestkasten niet in de volle zon hangen en beschut zijn tegen de wind. De invliegopening kan het beste op het noordoosten zijn gericht.

Bijvoeren

De Vogelbescherming adviseert om vogels het gehele jaar door bij te voeren. Dit omdat er steeds meer bebouwd wordt en minder beplanting aanwezig is die vogels gebruiken als broed- en voedselplek. Voer gevarieerd, want vogels houden van een veelzijdig menu. Denk hierbij aan strooivoer, vetbollen, vogelpindakaas, pinda’s en diverse zadenmixen. Deze kun je op verschillende manieren aanbieden: op de grond, in een voedersilo of op een voedertafel. Merels scharrelen graag op de grond terwijl de koolmees graag aan een pindasilo hangt. Ook is het aanbieden van water noodzakelijk in de winter. Zorg dagelijks voor schoon water in een platte, brede schaal. Door je balkon en tuin vogelvriendelijk in te richten help je veel vogels zodat ze op eigen kracht kunnen leven.

Vraag aan Timme

Hoe voer je de vogels zonder ongedierte aan te trekken?
– Elisa

‘Het bijvoeren van vogels is natuurlijk leuk, maar het zorgt ook voor ongedierte. Dit kun je helaas niet voorkomen. Liever meerdere keren kleine beetjes voeren dan één keer een grotere hoeveelheid. Het enige wat je kan doen, is het voedsel hoger aanbieden en de voedselplekken schoonhouden. Gebruik voedersilo’s en voedselhuisjes en haal voedselresten weg.’

 

www.intratuin.nl/intratuin-amsterdam