Nadat Lieuwe van Gogh (32) twee jaar geleden zijn allereerste eigen solo-expositie presenteerde, is de vraag naar zijn werk en daarmee zijn bekendheid wereldwijd explosief gestegen. Amsterdam mag trots zijn op de achter-, achter-, achterneef van Vincent!

Zodra Mokum Magazine de recorder aanzet om het gesprek op te nemen, buigt hij zich voorover en roept gekscherend richting het opnameapparaat: ‘dag lieve lezertjes, mijn naam is Lieuwe van Gogh, newfound national treasure!’ Hij is in een opperbeste stemming, maar geeft ook aan flink vermoeid te zijn door de lange werkdagen die hij maakt in zijn atelier. Het is vooral fysieke vermoeidheid. Mentaal gezien voelt hij zich ijzersterk. ‘Ten eerste ben ik ook niet het type burn-out en daarnaast is het toch te gek dat ik dit mag doen? Ik ben zó fired up, dat ik tegenwoordig shifts van zestien uur per dag, zeven dagen per week maak.’

Waarom werkt u zo hard, mijnheer van Gogh?

‘Gewoon, omdat het heerlijk is. Het zou wel lekker zijn als de expositieruimte een beetje vol komt te hangen. Bovendien heb ik nú de opportunity, dus die kans moet ik dan wel nú met beide handen aanpakken. En dat is geen probleem voor de ADHD-stuiterbal die ik ben. Op dit moment werk ik bijvoorbeeld aan 12 doeken tegelijk en daar pingel ik dan als een soort van flipperkastbal doorheen.’

Nooit last van een black out, of een nu-even-geen-zin-momentje tussendoor?

‘Nee, ik ga er tegenwoordig bijna manisch in en soms verlies ik mezelf er helemaal in. Aan inspiratie geen gebrek. Via social media hoef ik maar door foto’s en video’s te scrollen, die vermoedelijk allemaal door een soort van stoner filterproces gaan, waarna ik er uiteindelijk weer iets uitpoep.’

Was je verbaasd toen je vorig jaar zo’n succesvolle debuutexpo neerzette?

‘Ik had inderdaad niet meteen verwacht dat het een life-changer zou worden. De eerste drie weken liep ik te kwijlen van geluk. Om het verschil aan te geven: daarvoor werkte ik tien jaar in de horeca, raakte ik een beetje in een sleur en struikelde je bij mij thuis over mijn werken. Nu ben ik fulltime aan het schilderen in mijn eigen atelier en hoef ik niet meer naar de Action om mijn verf te kopen. Niets ten nadele van de Action, trouwens. Hun kleur geel is echt tof, maar om aan te geven dat ik nu iets meer budget heb voor écht goede verf.’

Hoe ga jij met je plotselinge roem om?

‘Met name online heb ik gemerkt dat er best veel looneys zijn. Er kwam ineens een hele stoet aan koekoeks aanfladderen. Van die mensen die zelf op de Gerrit Rietveld Academie hebben gezeten – and it didn’t work out for them – die dan vervolgens hun kritische blik op míjn werk werpen. Of reacties als ‘je hebt alleen maar succes vanwege je pa of vanwege je achternaam’. Wat ik daarop antwoord? In het begin ging ik er nog tegenin, maar dat doe ik inmiddels niet meer. Je kan ze niet verslaan man, deze horde zombies is met teveel, haha. Maar ik ben bulletproof, leg mijn telefoon weg en ga een giraffe inkleuren. Doei, de mazzel!’

Van creatieve mensen wordt weleens beweerd dat ze prettig gestoord zijn. Mee eens?

‘Enigszins wellicht is hierop het juiste antwoord. Ook bij mij zijn er zeker momenten dat de boel een beetje uit de bocht vliegt, maar inmiddels heb ik er een gestructureerde chaos van weten te maken.’

Welke rol heeft Amsterdam gespeeld in het aanwakkeren van je creativiteit en inspiratie?

‘In ongeveer 80 procent van mijn werken zie je de drie kruizen van Amsterdam als verwijzing naar mijn geboortestad. You gotta wrap your town, toch? Al denkt iemand uit Kudelstaart daar misschien anders over. Voor mij is Amsterdam al 31 jaar lang een superleuke stad, al weet ik niet of ik mezelf hier voor de rest van mijn leven hoef te nestelen. Het is nog steeds mijn plan om ooit naar Amerika te vertrekken. How far can we push this, weet je wel. Ik heb mijn achternaam mee en als mijn schilderijen on point zijn, is er toch niks mis met een ambitie buiten de ring? Nee, deze kluizenaar heeft beslist geen A10-instelling. En zeg nou zelf: iets meer zon in je leven, dat zou toch ook leuk zijn?’

Jouw werken dragen vaak een heel humoristische titel. The One Who Lost His Arms and Legs But Still Managed To Work For Uber Eats, bijvoorbeeld. Hoe bedenk je zoiets?

‘Dat bedenk je als je op straat loopt en voor de zoveelste keer – zelfs als het stoplicht op groen staat – bijna door een Uber Eats-dude op een fietsje wordt geschept. Dat resulteert bij mij dan aan het einde van de dag in een leuke catchphrase. Voor alle duidelijkheid: het is verder weinig boodschap, dus gelieve het niet té serieus te nemen.’

Als je jezelf zou moeten omschrijven in één zin die begint met ‘The One Who…’, wat zou dan het vervolg van deze zin zijn?

‘The One Who Is Going To Make A Lot Of Noise In The Future!’

Meer weten over Lieuwe en zijn werk zien? Check www.therealvangogh.com

Interview Martijn van Stuyvenberg Foto’s Koen van Assema