Op de ruïnes van het recente, desastreuze seizoen moet een ontredderd Ajax in de komende zomer een nieuw perspectief bouwen. In een periode vol vraagtekens zijn de sleutels van de club na het aftreden van Edwin van der Sar opeens in handen van technisch directeur Sven Mislintat en Maurice Steijn. Het kan allemaal goed uitpakken, maar Curriculum Vitae en profielen schijnen er even niet toe te doen in Amsterdam. Mislintat was een begeerde scout bij Borussia Dortmund die vervolgens bij Arsenal grossierde in miskopen en bij – een tegen degradatie vechtend – VfB Stuttgart, zijn contract voortijdig beëindigd zag worden. Bij Ajax neemt hij nu de belangrijke beslissingen. Zoals het benoemen van een trainer die niet bepaald voldoet aan het door hem zelf opgestelde profiel. Svens gevonden argument van Maurice’s ‘Overperformance’ (bij Sparta) klinkt aantrekkelijk, maar biedt geen enkele garantie. De voorbeelden van coaches die één stapje hoger niet meer uit de verf kwamen, zijn ontelbaar. De presentatie van Steijn was echter bemoedigend en mogelijk dwingen (anders dan die van John Heitinga) vreemde ogen fris elan, spelvreugde en successen af.

Terwijl Ajax op zoek is naar zowel een algemeen directeur als een selectie die weer om de prijzen kan spelen, heeft de club een uitgelezen kans om een aantal andere zaken anders in te richten. Op de geboortegrond van Het Totaalvoetbal kan men zich opnieuw uitvinden. Het Totaalvoetbal hebben we al heel lang niet meer gezien; laat staan een poging daartoe. De tactiek die Louis van Gaal indertijd hanteerde, is ook niet tijdloos gebleken. Zelfs Danny Blind heeft als coach daar niet naar omgekeken. De stelling dat het voetbal zo is geëvolueerd dat bijvoorbeeld 4-3-3 niet meer zou kunnen, zou in huize Ajax hardnekkig moeten worden genegeerd, ook al leidde die opstelling het afgelopen jaar tot voorspelbare filevorming van spelers die geen man voorbij kunnen; blijven kaatsen en vanaf de vleugels maar één kant op willen: naar binnen.

Lees ook: Toekomstmuziek

Mislintat en Steijn turen in de voorbereiding samen op een ongeschreven blad papier waarop allereerst een herkenbare, rotsvaste voetbalstijl moet worden genoteerd. Spelers die de achterlijn wél halen, een tegenstander kunnen uitspelen en geen wedstrijden meer waarin er nul keer op goal wordt geschoten. Het Feyenoord van Arne Slot liet zien dat je tot in de blessuretijd kunt opjagen, duels winnen en kansen creëren. Kortom: doorvoetballen. Ajax dacht het op louter kwaliteit te kunnen redden. De ploeg legde zich gemakkelijk en te vroeg neer bij teveel weerstand. Mislintat stipte het al aan: de conditie moet flink beter.

Naast spelopvatting en fitheid zou het Ajax sieren niet langer de beslissingen van scheidsrechters te proberen te beïnvloeden. In woord en gebaar, maar ook door het acteren van overtredingen en blessures. Geen arbiter zal ooit zijn mening veranderen. Laat desnoods alleen de aanvoerder in gesprek gaan of vragen om een VAR-check. Het protest en het kinderachtige toneelspel in de ontmoetingen met PSV waren Ajax echt onwaardig. Een elftal dat zich – zoals in het rugby gebruikelijk – standaard schikt naar de scheidsrechter, valt onmiddellijk op. Net zoals het karakteristieke thuisshirt van de recordkampioen in iedere wedstrijd een oogverblindende blikvanger is. Een klassiek, trots tenue dat ieder seizoen in de verkoopdrift van de shirtsponsor maar niet kan worden gematcht aan een stijlvol nieuw uitshirt. Adidas lanceerde laatst een weliswaar wit shirt maar met een afzichtelijk motief, dat door fans al als ‘darmen’ is omschreven. Wellicht kan Mislintat zijn landgenoten, de simpele effen shirts van weleer eens voorhouden. Het uitshirt mag dan ongeschreven wit, rood of blauw zijn; de kersverse, verrassende technische leiding van Ajax heeft alles in te vullen.

Robert Leon
www.dutchfellow.wordpress.com

 

Foto Jeollo von VfB-exklusiv.de, CC BY 3.0, via Wikimedia Commons