Hoewel na het eerste vertrek (1973) van Johan Cruijff PSV – na dit seizoen – meer landskampioenschappen (21) dan Ajax (20) bij elkaar heeft gevoetbald, staan de Amsterdammers zich er op voor De Club van Nederland te zijn. Een claim die nog altijd kracht kan worden bijgezet door het aantal Europese bekers dat werd gewonnen en de grote namen die de recordkampioen (36 titels) heeft voortgebracht. De hoofdstedelijke branie wordt gepruimd zolang Ajax presteert. De suggestie dat Ajax zich na de tweede gouden periode ter ere van het 100 jarig clubbestaan (2000) net als Real Madrid ‘Koninklijk’ zou mogen noemen, werd jammerlijk geblokkeerd door het feit dat de Nederlandse voetbalbond al Koninklijk was. Die mislukte eretitel riep aanmerkelijk minder weerstand op dan de rode stropdas met daarop een witte ‘1’, die onderdeel was van het clubkostuum na de titel in 2004. Helemaal toen Ajax vervolgens 6 keer naast de landstitel greep, die het pas weer in 2011 wist te veroveren. Op 15 mei werd op de laatste speeldag de regerend kampioen FC Twente thuis onttroond. André Hazes junior trapte vooraf af met het overweldigende ‘Bloed, zweet en tranen’. Op dat moment toepasselijk met het oog op de geleden titeldroogte en de voortslepende (niet zo) ‘Fluwelen Revolutie’ maar ook al wordt het iedere thuiswedstrijd afgespeeld, niet representatief voor het gebruikelijke voetbal en de ‘Wij zijn Ajax’ kapsones. Ajax bloedt, zweet en huilt zelden.

In Amsterdam vertrouwt men erop dat het allemaal uiteindelijk wel goed komt. Nummer 14 schetste een profiel waarin vooral Ajacieden de club runnen. Oud-spelers die, aangevuld met specialisten en bestuurders, het DNA van Ajax van generatie op generatie doorgeven. In Nederland wordt Feyenoord door zijn Rotterdamse havenachtergrond geassocieerd met hard werken. Het ‘Geen woorden maar daden’ was oorspronkelijk voor de Amsterdammers geschreven en die instelling heeft nooit als DNA naam gemaakt in De Kuip. Refereren aan DNA is blijkbaar iets typisch Amsterdams.

Lees ook: ‘There is only one Brian Brobbey’

JC dacht met Edwin van der Sar en Marc Overmars zijn eerste apostelen te hebben geïnstalleerd. Marc nam het DNA wellicht iets te letterlijk en Edwin leerde blijkbaar niet door op Johans University. Na de transferzomer van 2022 en met de aanstelling van kwakzalver Mislintat, resulterend in catastrofale aankopen in ’23, raakte de club in een ongekende vrije val. Ajax is onherkenbaar. De John van ’t Schippleister hielp even, maar bevat ook geen erfelijk DNA. De ellende duurt voort en de conclusie is ontluisterend. Er bestaat namelijk geen Ajax DNA. Het prachtige voetbal dat in Amsterdam decennialang is gespeeld is net als het bruisende Totaalvoetbal per toeval geboren. Zet voldoende goede voetballers bij elkaar en laat ze vooral hun instinctieve gang gaan. Het niveau wordt doorontwikkeld en overgedragen op het niets ontziende trainingsveld waar de lat steeds hoger ligt en talenten af- of aanhaken. Cruijff heeft nooit iets anders bedoeld.

Het huidige Ajax is de weg en koers volledig kwijt. In de Amerikaanse basketbalcompetitie zorgt de Miami Heat ervoor dat de ploeg en het publiek in eigen hal voortdurend weet waar het voor staat. In de bucket (de ruimte onder de basket) staat een niet mis te verstaan statement: ‘Hardst werkende, best uitgeruste, meest professionele & onzelfzuchtige, stoerste, gemeenste, smerigste team in de NBA’. De ‘Heat culture’ laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Wellicht een plan voor de JC ArenA. Kalk beide strafschopgebieden vol met: ‘Geboortegrond Totaalvoetbal’, ‘Mannetje voorbij’ en ‘Je moet schieten anders kun je niet scoren’. De letters zijn nogal druk op het veld. De KNVB, UEFA en FIFA schieten ongetwijfeld in de stress. De VAR kan geen lijnen meer trekken en dat nadeel heeft een heerlijk voordeel. Kunnen we dat ouderwetse, irritante buitenspel eindelijk afschaffen.

Robert Leon
www.dutchfellow.wordpress.com