Och, wat wond Amsterdam zich weer ouderwets op over het bericht dat het American Hotel haar naam in 2020 zal veranderen in het Hard Rock Hotel. De altijd onbevooroordeelde Hiske Versprille slingerde zelfs drie boze Tweets de wereld in. Vorig jaar boorde ze Café Américain hoogstpersoonlijk met een 4 de grond in, maar wat er nu toch allemaal gebeurde, kon écht niet. ‘Dit is toch om je kapot te schamen? Alsof het prachtige Americain nog niet genoeg was uitgewoond door allerlei wringende kutconcepten wordt het nu door Eden Hotel overgeleverd aan die hufterproof goorneven van het Hard Rock Café.’ De Bouquet Reeks-tirade van deze culinaire dramaqueen werd massaal geliked en gedeeld en natuurlijk was er verontwaardiging alom.

‘Disneyficatie!’

‘Mijn tante Suus flirtte daar nog met Harry Mulisch’, schreef ene Benedicte, gevolgd door Guus die meldde dat het zijn eerste stageplek tijdens zijn koksopleiding was. Johan uit Tiel kopte in dat zijn oude stad steeds meer een pretpark begint te worden en de term ‘Disneyficatie’ werd ook weer eens van stal gehaald. Presentator Jack van Gelder noemde het zelfs ‘een verschraling van de geschiedenis’. Vrijwel iedereen baseerde zich op een aantal krantenkoppen en nagenoeg niemand leek de moeite te hebben genomen om zich te verdiepen in wat er nou daadwerkelijk gaat gebeuren aan de Leidsekade. De 173 kamers en suites zijn gerenoveerd en dit najaar wordt ook de lobby in de originele staat teruggebracht. Alle vintage decoratieve elementen blijven intact, van glas-in-loodramen tot levendige schilderijen op de binnenmuren. Maar het bleef nog lang onrustig online…

‘Daar kocht ik mijn trouwring!’

Wat mij dan altijd opvalt, is dat je vrijwel nooit reacties leest van mensen die er vrijwel dagelijks of wekelijks komen. Het gaat altijd over vroeger en de meeste comments maken duidelijk dat alles wat een begrip is vooral ook een begrip moet blijven. Bij de aankondiging van de sluiting van Lyppens, de oudste juwelier van Amsterdam, mijmert iemand dat zijn grootvader en vader er ooit nog parels en edelstenen leverden. Sila merkt op dat de eigenaar een goede vriend was van haar vader. Jean-Marie draagt al jaren met trots de door haar vader voor haar moeder gekochte diamanten ring, die na haar overlijden weer overgaat op haar kleindochter. ‘Wij hebben ooit onze trouwringen daar gekocht’, schrijft Nicole. Tot slot trekt Joosje de conclusie dat er wéér een markante zaak weggaat en dat het dus héél slecht met Amsterdam gaat. Nergens vind ik een reactie van iemand die er deze week nog een prachtige armband heeft aangeschaft.

‘Eeuwig zonde!’

Moet een begrip dan tot in de eeuwigheid een begrip blijven? En dan met name de locaties waar we in een ver verleden zulke mooie momenten hebben beleefd? Zelfs als een uithangbord een ander logo krijgt, wordt er steevast gescholden op alle buitenlandse ketens die onze verloederende stad volledig naar de afgrond zullen brengen. ‘Nergens is de verandering van de stad beter te aanschouwen dan in de tweehonderd meter tussen Munt en Rembrandtplein’, concludeerde Het Parool nadat het Amsterdamse familiebedrijf Kwekkeboom aankondigde te zullen vertrekken uit de Reguliersbreestraat. De toevoeging dat ‘een exorbitante huurverhoging een einde had gemaakt aan een tijdperk’ gooit dan altijd nog wat extra olie op het vuur. ‘Ik heb nog bij de AKO gewerkt. Dat was een fijne tijd en de Reguliersbree was toen ook nog een fijne straat’, reageert de verbolgen Astrid. Nathalie, inmiddels verhuisd naar Almere, heeft last van jeugdsentiment en schrijft: ‘met oma de stad in, kroketje eten bij Kwekkeboom en ijsje eten bij Van der Linde. Eeuwig zonde!’ Voor alle duidelijkheid: Patisserie Kwekkeboom vind je nog gewoon op de Ferdinand Bolstraat en in de Linnaeusstraat. Van der Linde zit er ook nog steeds.

Blijven mopperen en misgunnen…

We worden collectief bedroefd zodra een plek van weleer verdwijnt, verandert, of wanneer er aanpassingen zijn bij zaken waar we eigenlijk al jaren niet meer zijn geweest. We denken met weemoed terug aan de bruine kroeg en de Amsterdamse broodjeszaak of lunchroom, maar is het nou echt zo’n fijne en geruststellende gedachte als Kwekkeboom de huur wél had kunnen ophoesten? Zat je er dan weer wekelijks in volle tevredenheid een saucijzenbroodje te smikkelen? En zouden de Hard Rock Boys het American nu pimpelpaars schilderen, de fontein afbreken en de buitenkant van het gebouw volplempen met neonreclame? Wat maakt het nou zo belangrijk dat het American blijft zoals het is? Toch niet omdat we daar twee decennia geleden voor het laatst zo gezellig aan de bar zaten? Ondertussen vergeten we te genieten van een prachtige stad met onveranderd mooie gebouwen waarin dagelijks nieuwe (Amsterdamse) concepten en initiatieven worden gelanceerd en fantastische restaurants worden geopend. We blijven onverminderd knorren, mopperen, misgunnen en tekeergaan als namen en rugnummers veranderen – zelfs als het uiterlijk van karakteristieke gebouwen of monumenten ongewijzigd blijven. Moet dan werkelijk álles vooral zo blijven zoals het was, zodat onze beelden en herinneringen uit de vorige eeuw in stand worden gehouden?

Martijn van Stuyvenberg
Hoofdredacteur Mokum Magazine