‘Het kan ook nooit normaal’ is de titel van het boek van Lieke Hester, hoofdagent bij politiebureau Burgwallen in Amsterdam. ‘Ik ben een Amsterdamse met een grote mond en een klein hartje.’

Hoe ben je erop gekomen om een boek te schrijven?

Lieke: ‘Ik schrijf al een tijd blogs over het politiewerk en dat doe ik in combinatie met Instagram (@liekeschrijft, red.), waar ik ook veel werkgerelateerde dingen deel. Nadat ik door een aantal uitgeverijen werd benaderd, dacht ik op een gegeven moment: ik ga het doen!’

Als titel koos je voor ‘Het kan ook nooit normaal’. Waarom?

‘Omdat dat écht past bij het werk. Vaak is het zo dat, als het net rustig is, het losbarst op het moment dat je denkt: ‘ik ga zo lekker op tijd naar huis’. In dit boek vertel ik daarover, maar er komen ook kleine anekdotes voorbij. Zoals die ene keer dat ik een gebruikt condoom in iemands portemonnee terugvond. Ook toen dacht ik: het kan dus écht nooit normaal.’

Wat is tot nu toe je meest aangrijpende incident geweest?

‘Dat ik zelf in elkaar geslagen werd tijdens het werk. Zo’n 3 jaar geleden sprak ik een groep jongens aan op overlastgevend gedrag en toen sloeg de vlam in de pan. Ik heb daar restklachten van een hersenschudding aan overgehouden, wat inmiddels is gediagnosticeerd als niet-aangeboren hersenletsel.’

Lees ook: Penoza’s Olga Zuiderhoek: ‘Het Amsterdamse politiecorps is heel wat aardiger en minder verwend dan de gemiddelde Amsterdammer’

‘Lieke is Mokum op z’n best’, vindt schrijver Kluun. Wat bedoelt hij daar mee?

‘Ik denk dat hij me zo noemt omdat ik echt een Amsterdamse ben en een grote mond, maar een klein hartje heb.’

Wat is jouw toekomstbeeld als agent?

‘Als ik ooit het werken in uniform niet meer leuk vind, zou ik willen solliciteren bij de zedenpolitie of Team Mensenhandel. Maar voor nu is dat nog niet aan de orde.’

Interview Cas Zeeman