Live vanuit Studio Artis bespreekt Beau van Erven Dorens (50) in zijn dagelijkse late night talkshow op RTL4 het laatste nieuws en duikt in onderwerpen die hem zelf opvallen, persoonlijk raken of dichtbij hem liggen. 

Aan een acteur of actrice vragen journalisten wat zijn/haar beste film ooit was. Bij een muzikant wordt geïnformeerd naar zijn mooiste plaat. Aan jou nu de vraag: wat vond je tot nu toe je allerbeste uitzending?

‘Wat een grappige vraag! Ik kan meerdere voorbeelden geven van andere programma’s die ik heb gepresenteerd, maar bij een talkshow is het zo dat je elke dag een marathon rent en geniet van verschillende momenten. Eén uitzending ertussenuit pikken is niet te doen. Maar wat ik bijvoorbeeld hartstikke leuk vond was het gesprek met rapper Boef. Hij was losser, volwassener en ontzettend oprecht en ik hou ervan als mensen eerlijk zijn. Zo had ik ook een lang gesprek met een man die bijna zelfmoord heeft gepleegd en vertelde hoe hij daar uit is gekomen. En wat me ook nog lang zal bijblijven, is het verhaal van Anna. Zij vertelde over haar 47-jarige moeder die 80-urige werkweken draaide om haar Italiaanse restaurant overeind te houden en uiteindelijk met corona op de IC belandde. Kortom: wat mij meestal bijblijft, zijn toch allerlei verschillende prachtige, bijzondere en indrukwekkende gesprekken.’

Wat heb jij zelf van deze coronacrisis opgestoken?

‘Het is een verdrietige tijd voor heel veel mensen. Mijn vader is 85 en mijn moeder is 83 en ze zijn allebei echt bang. M’n moeder zei laatst tegen mij: ‘jullie mogen weer naar buiten, maar dat ga ik niet doen totdat er een vaccin is. Want als ík het krijg, ben ik er geweest.’ Dat is ontzettend zielig. Mijn vader is als oud commando ontzettend strijdbaar, maar ook hij blijft binnen. En dat allemaal vanwege iets ongrijpbaars waar we met z’n allen niks aan kunnen doen. Ook mijn gezin zit al maandenlang thuis. Wij zijn met z’n zessen, wat enerzijds erg gezellig is, maar anderzijds maak ik me ook veel zorgen. Bijvoorbeeld over mijn productiebedrijf dat nu helemaal stilligt. Maar ik piep niet. Schrijf dat er vooral met hoofdletters bij: IK PIEP NIET, want verder ben ik een verwend nest. De mensen die het écht zwaar hebben, spreek ik onder meer in de uitzending. Het enige positieve aan deze tijd is dat het saamhorigheidsgevoel in Amsterdam flink is toegenomen. Mensen kijken elkaar weer aan, zwaaien naar elkaar en doen wat meer voor anderen. Ik hoop dat deze instelling niet wegvalt als we dit samen hebben doorgemaakt. En wat mezelf betreft heb ik wel een lesje nederigheid geleerd. Ten opzichte van de wereld, de natuur en mijn directe omgeving die behoorlijk broos blijken te zijn. Tot voor kort vonden we het allemaal maar normaal om overal naartoe te kunnen, maar nu zie je dat alles wat eerst vanzelfsprekend was helemaal niet zo gewoon is.’

Nu even iets leuks: 2020 was het jaar van de jubileums. Je bent 20 jaar getrouwd met Selly en in december werd je 50. Hoe komt het dat jij je nog steeds niet naar je leeftijd gedraagt?

‘Terwijl je deze vraag stelt, begint mijn vrouw te proesten en loopt er een zoon voorbij in een Ajax shirt waar ‘De Ligt’ achterop staat. Terug naar het antwoord op deze vraag: ik voel mij inderdaad een stuk jonger dan ik ben. Soms kijk ik in de spiegel en dan zie ik inderdaad een vent die er ouder uitziet dan dat hij zich gedraagt. Ik heb nog zoveel ideeën en fantasieën die ik wil uitvoeren, dat ik eigenlijk nog minstens 150 jaar nodig heb. Dus het belangrijkste is dat ik elke dag sport en fysiek bezig blijf tot het moment dat het niet meer kan. Dus zonder gebreken moet het in de komende tien jaar toch zeker nog wel een keertje lukken om het kanaal over te zwemmen?’

Lees ook: Beau van Erven Dorens: ‘Als burgemeester zou ik me als een stormram tegen Den Haag keren’

Toch is het wel lang geleden dat je bij wijze van ludieke actie weer eens in de gracht sprong!

‘Toevallig heb ik daar vanochtend nog over nagedacht. Ik liep langs de Amstel en zei tegen Selly: zal ik er even inspringen om te laten zien hoeveel ik van je hou? Waarop ze zei: jij springt er alleen maar in voor jezelf, dat weet je! En ze heeft gelijk: bijna iedere dag loop ik over de Magere Brug en dan speel ik met de gedachte om in het water te plonzen. De belangrijkste reden dat ik het níet doe, is omdat ik weet dat de bootbewoners het niet leuk vinden. Maar van de Sloterplas tot aan het KNSM-eiland tot aan de Omval en de Nieuwe Meer: Amsterdam heeft zulk héérlijk zwemwater!’

Jullie hebben samen vier zoons, die allemaal een kop groter zijn dan pa. Kan jij bij elke zoon 1 woord noemen dat karakteriseert wat hij duidelijk van jou heeft?

‘Jan is onze jongste. Hij is 14 jaar oud, is een praatjesmaker en dat heeft hij duidelijk van mij. Bobbie is nu 17 en dat is een bink, een mannetje. Dat probeerde ik vroeger ook te zijn. Bram en Tijn zijn de twee oudsten en die hebben hun creativiteit van mij.’

Even een rare vraag uit de categorie ‘dat kan helemaal niet’. Stel dat jij een vaderlijk advies had mogen geven aan de jonge Beau van Erven Dorens. Waarvoor zou je hem dan behoeden?

‘Zoals bekend heb ik door de jaren heen veel mazzel gehad met allerlei ongelukken die ik soms maar net overleefde. Ik heb zo’n beetje alles gebroken en mijn lichaam is een ruïne door al die hockeyblessures, salto’s en onbesuisde capriolen die ik uithaalde. Maar van één ding heb ik het meeste spijt: tijdens de halve finale van het EK in 1988, toen Nederland van Duitsland won, sprong ik van blijdschap van een drie meter hoge trap en scheurde ik mijn kniebanden. Tot op de dag van vandaag is dat mijn zwakke plek. Hoe het komt dat ik zo onbevangen ben? Tja, als iemand zegt dat je iets niet moet doen, denk ik – behalve als het om mijn gezin gaat: waaróm zou ik het eigenlijk níet doen? Al vanaf mijn vijftiende heb ik de maakbaarheid van het bestaan als credo. Dat klinkt heel deftig, maar eigenlijk is dat gewoon een opdracht aan mezelf. ‘Wacht niet tot morgen, je moet er vandaag iets van maken!’ Niet alles lukt, maar ga gewoon dwars door je mislukkingen heen. Bij de spoorbrug over de Wibautstraat vind je mijn tweede lijfspreuk: doe iets!’

Je woont al jarenlang met je gezin aan de Prinsengracht. Hoe bevalt het leven je in deze buurt?

‘Wij kwamen uit de Leidseplein buurt, waar we met zijn zessen op 90 vierkante meter woonden. Toen dat te krap werd, zijn we gaan rondkijken in alle prachtige buurten die Amsterdam rijk is met de gedachte: ‘wat zou nou de mooiste plek zijn om te wonen?’ De Pijp is schitterend en datzelfde geldt voor de Helmersbuurt, of het stukje Overtoom aan de kant van het Vondelpark. Ook Amsterdam-Oost heeft ongelooflijk veel mooie plekjes. Ik voel me een echte Amsterdammer en kan geen enkele andere stad in Nederland bedenken waar ik anders zou willen wonen. Ik hóór gewoon in Amsterdam. Ik verbaas me er elke dag weer over dat ik zo intens kan genieten van de stad waarin ik woon. Ik zal ook nooit van mijn leven helemaal weggaan uit Amsterdam. Uiteindelijk kozen we voor dit huis: vlakbij het Amstelveld en ver genoeg van alle toeristen vandaan. Op dit moment maak ik dus veel wandelingen met mijn vrouw en ontdek ik steeds meer verschillende buurten die net zo mooi en rustig zijn. En sorry voor de ondernemers die het ervan moeten hebben, maar al die toeristen kunnen mij echt gestolen worden!’

Met Onder De Ooievaar voor de lekkerste gehaktbal van Amsterdam en Ciao Bella als geweldige traiteur bij jou om de hoek vragen wij ons af: zijn er nog meer adresjes die jij  graag bezoekt?

‘Na Siam is een onwijs goed Thais restaurant in de Utrechtsestraat, maar ook New King op de Zeedijk kan ik iedereen aanbevelen. En de Albert Cuyp is mijn markt, waarbij ik tot slot nog even iedereen wil oproepen om zoveel mogelijk op de markten te kopen en bij alle slagers en bakkers. Laat de supermarkten even links liggen en steun de lokale ondernemers, waar het altijd lekkerder en gezelliger is!’

Interview Martijn van Stuyvenberg Foto’s RTL/William Rutten