Soms zit het mee, soms zit het tegen. Maar één ding staat vast: bij de minste of geringste beproeving is topadvocaat Mr. Conchita van Rooij op haar best!

Op de dag van de zitting ben je geveld door een zware griep. Wat nu?

‘Zelfs met een zware griep kan ik mij niet zomaar afmelden, tenzij het echt heel ernstig is. Als eerste zal ik het neerleggen bij de wederpartij. Gaan zij niet akkoord met aanhouding (uitstel, red.), dan kan ik een verzoek indienen bij de rechtbank. Het wordt alsnog heel lastig als ik dat op de dag van de zitting doe, want de rechtbank gaat er bijvoorbeeld ook vanuit dat advocaten een zaakwaarnemer hebben. Daarnaast is het ook zo dat je te maken hebt met een rechter of meervoudige kamer (meerdere rechters, red.), een griffier en soms is ook de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig. Kortom: hoe ziek ik ook ben, ik moet mijzelf met heel veel aspirines erdoorheen zien te slepen. Omdat elk dossier goed in mijn hoofd zit en ik een knop om kan draaien, ben ik hoe dan ook in staat om te vlammen. Maar toegegeven: na afloop ben ik waarschijnlijk he-le-maal gesloopt.’

Wat als de rechter zich vanaf de eerste minuut niet echt lijkt te kunnen vinden in jouw betoog?

‘Dat is geen enkele reden om in paniek te raken. De meeste rechters vragen goed door, omdat ze tot in de details willen weten wat er allemaal speelt. Het kan dan lijken alsof ze  (te) kritisch zijn, terwijl ze gewoon het naadje van de kous willen weten. Als advocaat is het mijn taak om mijn standpunten te onderbouwen en daarin te blijven volharden. De rechter ondervraagt beide partijen en kan daarbij heel diep gaan. Vurige vragen van zijn/haar kant kunnen er soms op wijzen dat de rechter op de hand is van de wederpartij, maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Ik heb het al vaak meegemaakt dat een beschikking juist ontzettend meeviel.’

Lees ook: Conchita van Rooij: ‘Daar waar andere advocaten loslaten, ga ik graag een stapje verder’

De wederpartij brengt iets in waarvan jij niet op de hoogte bent en door jouw cliënt is achtergehouden. Wat dan?

‘Dat komt eigenlijk zelden voor. Allereerst bevraag ik mijn cliënt altijd heel goed door. Ik wil alles weten, ook kwalijke dingen, zodat ik optimaal kan anticiperen op de zaken waarmee de wederpartij zal komen. Ook is het zo dat de partijen alle standpunten van tevoren te berde moeten brengen. Daardoor weet ik dus precies wat er speelt. Zijn er wel zaken of stukken die bij omgangszaken bijvoorbeeld tot kort voor de zitting bekend worden of worden ingediend, dan kan ik onder meer om een schorsing vragen, zodat ik met mijn cliënt kan overleggen. Daarna zal ik er alsnog alles aan doen om te voorkomen dat mijn cliënt wordt benadeeld.’

Een maand na de uitspraak blijkt dat de wederpartij de alimentatie niet betaalt en zich niet aan de omgangsregeling houdt…

‘Als eerste kan ik de wederpartij een reminder sturen dat de alimentatie nog niet is betaald. Daarnaast kan mijn cliënt het LBIO inschakelen. Het LBIO is een soort deurwaarder die de rechtstreekse betalingen weer op gang probeert te brengen. Ook kan er door mij een kort geding tot nakoming worden aangespannen. Wat de omgangsregeling betreft, geldt hetzelfde en dat kan er zelfs toe leiden dat de wederpartij het strafrechtelijke circuit in wordt getrokken.’

www.vanrooijadvocaat.nl