Lieve lezer. Als bejaarde ervaringsdeskundige wil ik graag verslag doen van de waarheid van deze uitspraak. Professor Douwe Draaisma heeft er in een van zijn eerste boeken verslag van gedaan. En ik moet toegeven: hij heeft gelijk. Bij het klimmen van mijn jaren dacht ik altijd: ‘mmm… het valt wel mee.’ Ik bleef mij rap bewegen. Bij het afgaan van de wekker sprong ik kwiek onder de douche, sopte mij in hoog tempo snel af, droogde mijn natte benen efficiënt en snel en stapte pittig in de kleren. Klaar om de dag te beginnen. Sprookjes

Dat nu is voorbij. Ik word tegenwoordig wakker, strek mij geeuwend lekker lang uit, geniet van het heerlijke warme bed en draai mij dan nog eens om, denkend: ‘Waarom? Wie wacht er op mij? Hoezo?’

Ik beleef dan een filosofisch moment. Geïnspireerd door Clary Polak en haar kompanen, die ons tegenwoordig op de Zondagochtend nieuwe inzichten verschaffen. Waar ik zelf niet opgekomen zou zijn. Ik strek nu vanuit mijn warme hol een hand uit, om de televisie de nek om te draaien. En ik denk aan Professor Douwe Draaisma: ‘De wereld draait vlugger als je ouder wordt.’

Lees ook: De N… van Oom Tom

Ik hoef mij dus helemaal geen zorgen te maken. Ik heb geen haast. Nu ik 91 jaar ben geworden, mag de wereld net zo snel draaien als die wil. Ik kom pas weer in beweging, wanneer mijn maag gaat knorren. Ik weet dat mijn kleindochter verse tomatensoep heeft gemaakt. En ik weet ook dat mijn achterkleindochter, wanneer ze haar bordje leeg heeft, wil worden vóórgelezen door haar overgrootmoeder. Mijn achterkleindochter is dol op sprookjes. Grondig voorgelezen sprookjes. Zodat ze wanneer ze net zo oud wordt als ik nu ben, zij hen ook weer aan haar achterkleindochter kan voorlezen. Want al vliegt de tijd later net zo hard of misschien nog wel harder als nu, de sprookjes moeten toch altijd weer opnieuw worden voorgelezen aan kinderen, kleinkinderen, en achterkleinkinderen. Dat moet! En anders moet dat bij wet worden geregeld.

Marjan Berk