Ik kijk nieuwsgierig in de gang. Daar is ze, de nieuwe thuishulp, Mina. Om de hoek in de gang waar ik woon komt een figuur geheel in zwart gekleed, met een sluier, ook zwart. ‘Ik ben Mina’, stelt ze zich voor en hangt haar sluier te drogen op mijn rollator in de gang. ‘Ik ben Marjan. Komt U binnen.’

We schudden handen. Ik ga voor en leg de werkzaamheden uit. Ogenblikkelijk gaat Mina aan de slag. Koffie wil ze niet ‘Ik ben aan het vasten’. Oke. Ik dacht dat de Ramadan achter de rug was. ‘Maar ik moet nu acht dagen vasten’, verduidelijkt Mina haar sober gedrag.

Ik leg Mina uit, wat er gedaan moet worden. De douchecel, de WC, de keuken, de vloer stofzuigen, daarna dweilen. Ik laat het keukenkastje zien, waar de flessen groene zeep en de dozen tissues staan. Mina pakt alles vlug op, ik ga gerustgesteld aan m’n werk achter de schrijftafel. Het begint lekker naar groene zeep te ruiken, ik ben dol op de lucht van groene zeep en het is ook goed voor het milieu.

Lees ook: Hoe kwam ik er toe columns te schrijven?

We drinken geen koffie. Mina wil geen koffie vanwege haar vasten en ik ga niet in mijn eentje koffie zitten drinken. We moesten even wennen aan elkaar. Maar ik heb het gevoel dat Mina doorheeft wat de bedoeling is. Tussen de bedrijven door vertelt ze over haar vier kinderen en haar man, die in een garage werkt. De twee uur die ze doorbrengt in mijn kleine flatje verlopen kalmpjes. Mina heeft alle tegeltjes in de douche gesopt. Het ziet er allemaal keurig uit. Bij het afscheid zegt ze: ‘Jij bent niet vies. Het is hier niet vies!’ Dat is een compliment, dat ik nog nooit van iemand kreeg.

Dinsdagochtend was de tweede sessie. Mina legt uit dat wanneer een man binnen wil komen hij even moet kloppen, zodat zij haar hoofddoek kan omslaan. Maar hier komen zelden mannen zomaar binnen rennen. We komen deze keer elkaar echt nader. Ze vertelt over een Marokkaanse cabaretier, laat mij op haar telefoon een heel grappige man zien die in rap Marokkaans een zaal tot grote hilariteit weet te brengen. En inmiddels is mijn leefplek buitengewoon fris gesopt en gepoetst. Mina heeft mijn schoenveters gestrikt en vertelt en passant ‘dat ze dol op oude mensen is. Die vertederen mij.’

Ik leer haar Nederlands en ik zoek een kinderboek voor haar elfjarige dochtertje die ze gaat voorlezen. Haar twee uur zijn om, ik heb het gevoel dat hier twee totaal verschillende werelden elkaar nader zijn gekomen. En het is hier ook een stuk schoner.

Marjan Berk