Steven Berghuis heeft wel oren naar een overgang naar Ajax. Het ligt echter zo gevoelig dat er bijna een fan-veto wordt afgeroepen; driftig ondersteund door Dirk Kuyt die ‘ook al kreeg ik al het geld van de wereld’ nooit naar Amsterdam zou zijn gekomen. Sterker nog, de transfer naar de hoofdstad is ‘eigenlijk geen optie’, weet de onverstandige Katwijker. Waar hij oproept tot een soort ‘Kom in opstand, voer de druk op!’ zou hij zich beter kunnen verdiepen in de geschiedenis en leren dat niet alleen bijna dertig spelers voor zowel zijn Feyenoord als Ajax uitkwamen, maar vooral dat dit – al dan niet direct getransfereerd – helemaal geen probleem hoeft te zijn en is geweest; excessen daargelaten.

Als Ajacied werd Wim Jansen in De Kuip (’81) door een sneeuwbal geveld en in de ArenA werd vanaf de tweede ring een opblaaspop die Feyenoorder Kenneth Vermeer moest uitbeelden ‘opgehangen’ (’16). Hoewel de pijn van het verliezen van je beste speler aan de concurrent begrijpelijk is, zou dank aan een speler die veel voor je club heeft betekend op zijn plaats zijn. In omringende landen worden voetballers in een ander shirt, terug op het oude nest, vooral met dankbetuigingen en liefdevolle spreekkoren begroet. In Duitsland wist iedereen dat Bayern München Robert Lewandowski in Dortmund zou gaan ophalen. Ook al was niemand bij Borussia blij met het onvermijdelijke vertrek van de Pool, geen supporter die hem bedreigde of nu naar het leven staat.

Lees ook: De wonderzooltjes van Davy Klaassen

In de Verenigde Staten is het vanzelfsprekend om voor meerdere, rivaliserende teams te spelen. Eigenlijk is iedere sporter een ‘Journey man’. Je speelt waar je nodig bent en betaald wordt. Het onbekend zijn met clubs zoals in Europa zal bijdragen aan deze zakelijke beleving. De ‘Brooklyn Dodgers’ was een honkbalorganisatie, een zogenaamde ‘Franchise’ die in 1958 werd verkocht en zijn tenten opsloeg in Los Angeles. De Franchises hebben geen tweede of jeugdteams. Het is een business met één selectie die het moet doen. Superstar Babe Ruth verliet zo’n eeuw geleden de Boston Red Sox om te gaan honkballen in New York bij de Yankees. De bijgelovige Bostonians leken veroordeeld tot een kampioenschapsdroogte die maar aanhield. De vloek die Ruths bijnaam kreeg kwam pas 86 jaar later met de winst in de World Series (’04) ten einde. Toen de ijshockey-legende Wayne Gretzky de Canadese Edmonton Oilers verruilde voor de Los Angeles Kings (’88) keek niemand daar van op. Bedankt voor de Stanley Cups en net als bij Babe: ‘All in the game’.

In Nederland mogen we een voorbeeld nemen aan Sjaak Swart. Mr. Ajax weet hoe je een vijandsbeeld ontmantelt. De man wiens naam ná het overlijden van Piet Keizer (en eerder Cruijff) op een akelig doek in De Kuip nog moest worden afgevinkt, zong de regerend kampioen op een voetbalgala (’17) onbevooroordeeld toe, want óók Feyenoord is een prachtige club. ‘Hand in hand kameraden’, een lied door Johnny Hoes ooit geschreven voor… Ajax

Robert Leon
www.dutchfellow.wordpress.com