Wie regelmatig met de metro in Amsterdam wil, kan soms beter gaan lopen. Het metroverkeer ligt om de haverklap plat en duizenden reizigers staan dan beteuterd met hun koffie in de hand naar een stilstaand informatiebord te staren. ‘Technische storing’, zegt het GVB dan. Maar wat betekent dat nou écht?
In de meeste gevallen ligt het aan de stroomvoorziening. De metro in Amsterdam rijdt namelijk niet op magie, maar op een derde rail waar 750 volt doorheen jaagt. Als daar iets misgaat, bijvoorbeeld door vocht, een versleten relais (elektrisch onderdeel dat wordt gebruikt om stromen te schakelen) of een nieuwsgierige rat ligt de boel meteen stil.
Een andere klassieker is de sein- of wisselstoring. Eén wissel dat besluit niet mee te werken en hup: het hele netwerk is in de war. De verkeersleiding krijgt het dan warm, want veiligheid gaat boven alles.
Lees ook: Dit zijn de 6 grootste ergernissen in het openbaar vervoer
En dan zijn er nog de zogeheten digitale haperingen. Eén software-update die niet lekker landt en het hele systeem denkt dat er vijftig metro’s tegelijk op hetzelfde spoor staan.
Soms is het gewoon pech: een kapotte metro in de tunnel, iemand die op het spoor springt of een deur die weigert dicht te gaan.
Tekst Julien van Wel
