Mokum Magazine had de bijzondere eer om met de enige échte Sinterklaas te bellen. De Goedheiligman blijkt bijzondere herinneringen aan zijn allereerste intocht in Amsterdam te hebben!

Wat is doorgaans de meest gestelde vraag in een brief aan Sinterklaas?

‘Sinterklaas krijgt van kinderen niet vaak brieven. Voornamelijk verlanglijstjes, maar daar zal ik het straks over hebben. Brieven ontvangt Sinterklaas voornamelijk van ouders en onderwijzend personeel. Die brieven worden dan vaak ingegeven door onmacht van die opvoeders en de hoop dat Sinterklaas uitkomst kan bieden. Zo van: ‘wilt u aan Jantje of Marietje zeggen dat hij of zij niet meer, of juist wel…’ Enzovoort. Die brieven worden óf door Sinterklaas terzijde gelegd, óf Sinterklaas maakt er ter gelegener tijd als hij ter plaatse is, een bestraffende opmerking over aan het adres van de briefschrijver. Sinterklaas laat zich niet gebruiken om kinderen de les te lezen. Sinterklaas is een kindervriend en geen moraliserende boeman. Als Sinterklaas een brief krijgt van een kind heeft die vaak als inhoud: ‘Lieve Sinterklaas, kunt u ervoor zorgen dat papa en mama minder ruzie maken?’ of ‘Wilt u vragen of papa weer thuis komt?’ of ‘dat mijn broertje beter wordt?’ Daar wordt Sinterklaas dan altijd door ontroerd en dan voelt hij dat hij tekortschiet. Want meer dan een troostend woord heeft hij niet te bieden.’

Mensen zeuren vaak dat de pepernoten te vroeg in de winkels liggen. Wat vindt u daar nou van? En wat is dan wél een mooi moment hiervoor?

‘De formulering van de vraag suggereert dat ik het daar niet mee eens zou zijn, want u vraagt wat dan wél een mooi moment zou zijn. Ik vind daar eigenlijk niet zo veel van. Als de pepernotenfabriek veel pepernoten wil verkopen, dan bakken ze die al vroeg in het jaar. En dan liggen ze dus al vroeg in de winkels, ja. Als de mensen ze niet zouden kopen, was het al gauw afgelopen met pepernoten in augustus. Zo eenvoudig is dat. Ik vind het eigenlijk wel aardig dat de voorpret van het Sinterklaasfeest al vroeg begint. En een knapperige kruidnoot smaakt altijd. Maar u heeft gelijk: er gaat geen jaar voorbij of er wordt over gezeurd. Het hoort inmiddels bij de Sinterklaas rituelen. Dus laat maar gaan. September: zeurmaand.’

Lees ook: Lieke van Lexmond: ‘Ik vind het Sinterklaasfeest nog altijd een heel mooi familiefeest!’

Welke herinneringen bewaart u aan de allereerste intocht in de hoofdstad?

‘Mijn allereerste intocht in Mokum was in 1934. 86 jaar geleden dus. Tijdens de oorlog hebben we een paar jaar overgeslagen, vandaar. Ik herinner me veel blije gezichten, ondanks dat het moeilijke tijden waren. De komst van Sinterklaas was een lichtpuntje in de crisisjaren. De eerste raadsman van Sinterklaas was toen een groot acteur met een mooie stem: Zijn naam: Eduard Verkade – en diens broer bakte in Zaandam de pepernoten en de speculaasjes. Een duidelijke vorm van belangenverstrengeling, dus. Maar daar maalde men in die jaren nog niet om. Het was feest in Mokum en de mensen stonden te juichen aan de kant van het IJ toen de stoomboot aanlegde bij de St. Nicolaaskerk aan de Prins Hendrikkade.’

Welke cadeautjes ziet u het vaakst op de verlanglijstjes van echte Amsterdammers?

‘De kleine Amsterdammertjes hebben geen andere verlanglijstjes dan de kinderen in de rest van het land. We zien steeds meer games en andere digitale gadgets waarvan ik de namen maar niet kan onthouden. Ach ja, je moet meegaan met je tijd. Wat me zorgen baart, is dat veel van die spelletjes ook gepaard gaan met geweld. Dat begrijp ik eerlijk gezegd niet zo goed. Maar gelukkig is er ook sprake van boeken en ouderwets speelgoed. Ik ben een groot fan van speciale kinderboekenwinkels. Daar kan ik altijd terecht voor cadeautjes voor heel jonge en iets oudere kinderen. Niet verder vertellen: ik kies van die lijstjes liever 2 of 3 kleine cadeautjes, dan één grote. Ik zeg altijd: leg die dure cadeaus maar onder de kerstboom. De kerstman heeft geld zat!’

Interview Martijn van Stuyvenberg Foto Daniel Kroll Met dank en ter gedachtenis aan Bram van der Vlugt †