‘Ah joh, anders laat je je toch gewoon failliet verklaren?’ Vol verbazing keek ik in het lachende gezicht van één van de weinige ondernemers die naar eigen zeggen maar amper last heeft gehad van de coronacrisis. Nadat ik zijn ‘hoe gaat het?’ – zonder te overdrijven danwel rooskleuriger te schetsen – had beantwoord, was dit het meest opbeurende dat de onbenul me kon voorschotelen. Het is echt opvallend hoe sommige mensen zó weinig empathisch kunnen reageren als je de obligatoire vraag-der-vragen (hoe het met je gaat) níet met ‘goed’, maar met ‘klote’ beantwoordt. Heel even had ik de neiging om het goedgevulde tasje dat hij me overhandigde door zijn zaak te slingeren, zeker toen hij er ook nog eens motiverend aan toevoegde ‘dat je tegenwoordig meteen overal van af bent als je je faillissement hebt aangevraagd’.
Werd mijn zelfbeheersing nu uitgerekend in een zaak waar ik al jaren kom op de proef gesteld? Er viel een ongemakkelijke stilte, waarin er op de een of andere manier een Bijbelse tekst door mijn gedachten schoot. ‘God is trouw en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt beproefd’, zo luidt deze belofte. Gerard Joling maakte daar vele jaren later een melodramatische variant op: ‘ik heb hier toch werkelijk geen kracht meer voor?!’
Mijn meest sarcastische aerosols vlogen in één adem zijn kant op. ‘Potverdorie, dat is wel een héél goed advies zeg, zo vlak voor het weekend. Dat ik daar zelf niet eerder op ben gekomen! Ik ga het maandag meteen in gang zetten.’ Terwijl ik mezelf en mijn moordneigingen zo kalm mogelijk richting de uitgang begeleidde, kon ik het niet laten om me in de deuropening toch nog even om te draaien. ‘Ik ben wel blij dat ze jou nooit hebben aangesteld als trainer van Ajax. Of als coach van Rico Verhoeven’, riep ik terug, waarmee ik hem wat onbeholpen achterliet. Sommige mensen verstaan nu eenmaal de kunst om zich als een nóg grotere boerenlul te gedragen dan ze er al uitzien.
Op weg naar huis zag ik al helemaal voor me dat hij bij een 0-1 achterstand in de Johan Cruijff ArenA bij Tadić in de zeventigste minuut in het oor zou fluisteren ‘dat ze deze wedstrijd wel konden laten lopen, omdat ze volgende week in Waalwijk waarschijnlijk toch wel weer met grote cijfers zouden winnen.’ Of dat hij vlak voor een belangrijke wedstrijd een geconcentreerde Rico in de kleedkamer zou informeren dat hij een paar flinke uppercuts kon verwachten, maar dat hij dan altijd nog de optie heeft om de handdoek in de ring te gooien. ‘Met dit soort vrienden heb je geen vijanden meer nodig’, zou mijn vader zeggen.
Ook dacht ik aan een van de vele inspirerende quotes van de Amsterdamse horecatycoon Won Yip: ‘losers hebben een excuus, winnaars hebben een plan’. Via een website heb ik deze uitspraak inmiddels op een tegeltje laten drukken en vanaf volgende week zal deze wijsheid pontificaal boven mijn bureau hangen. Dan weet iedereen die zich bij Mokum Magazine HQ meldt meteen welke mentaliteit er past bij een bloedfanatieke ‘hoofdcoach’ die er altijd tot in de laatste seconde in blijft geloven!

Martijn van Stuyvenberg
Hoofdredacteur Mokum Magazine

 

Steun Mokum Magazine en word abonnee!