Iedereen gaat op het ogenblik weer op vakantie. Net of er niks aan de hand is. Of er geen overstromingen zijn, stormen waarbij de daken door de lucht vliegen, bosbranden met de afmetingen van voetbalvelden, gebieden waar geen aardappel meer kan groeien omdat de grond te droog is. Maakt niet uit, we gaan met vakantie!

Ik doe het vooral met de heerlijkste herinneringen die ik heb aan vroegere vakanties, zorgeloos als we nog waren. Zo hadden mijn man en ik bedacht dat we naar het Bretonse eiland Bel-Île-en-Mer zouden gaan. Dat was het eiland waar de beroemde actrice Sarah Bernhardt haar vakantievilla had laten bouwen. Van Sarah werd verdeeld dat zij bij leven af en toe in een op maat gemaakte doodskist sliep. Ook was er op dat eiland één hotel met twee Michelinsterren, waar een kok de scepter zwaaide voor fijnproevers. Nou, dat waren wij inmiddels ook! Dus ‘Pa’ boekte veertien dagen, terwijl wij voor het slapen gaan de beschrijvingen lazen van wat daar door ‘Le Jeune Chef’ allemaal werd gekookt.

De tocht er naar toe was opwindend. Bretagne was voor ons al jarenlang het heerlijkste vakantieland, waar we met de kinderen vrijwel ieder jaar een paar weken doorbrachten. En dit jaar dus – romantisch – met z’n tweeën! We installeerden ons in een lekkere kamer, pakten de boeken die we zouden lezen uit, en vertrokken om het eiland te verkennen. De villa van Mme. Bernhardt viel een beetje tegen: een grote onbewoonde woning, met kapotte ramen, die hier en daar klapperden. Spookachtig… er viel weinig toeristisch genoegen te halen. Het eten in het hotel bij Le Jeune Chef viel daarentegen helemaal niet tegen: iedere dag verse vis, kreeft, oesters, garnalen. Op verschillende manieren klaargemaakt: gegratineerd, gestoofd, gerookt, geflambeerd; ik wist niet dat je vis op zó veel verschillende manieren kon bereiden. En toujours aardbeien met cręme chantilly als toetje. Ik voelde de ritssluitingen in rok en broek dagelijks meer openstaan. Of openknappen, ondanks de urenlange wandelingen langs de Côte Sauvage!

Lees ook: Een gelukkigmakende Oosterse maaltijd!

Na tien dagen schransen zei pa: ‘Weet je wat? We gaan hier weg en dan boek ik nog een weekje in ons bekende hotel in La Baule, om even af te kicken van al dat eten! Pak jij vast de koffer, dan ga ik even afrekenen.’ Hij verdween naar de receptie, de creditcard bij de hand. Om even later beteuterd terug te komen: ‘ze accepteren geen American Express meer. Daar zijn ze net mee opgehouden!’ Na deze onthutsende mededeling met een flinke rekening van al die soorten heerlijk klaargemaakte verse vissen, besproeid met alle soorten goddelijke witte wijn en af toe  een glaasje champagne, stonden wij daar beteuterd. ‘Straks moeten we nog afwassen’, zei ik zacht giechelend. Na lang onderhandelen en een telefoontje met de bank mochten wij uiteindelijk het bedrag op één betaalcheque zetten. Wij namen de eerste boot naar het vaste land terug en reden zwijgend naar ons vertrouwde hotel in La Baule. Waar ze ook heel lekker kookten. En gelukkig wel die goeie, ouwe American Expresscard accepteerden…

Marjan Berk