Het onderonsje tussen Sven Mislintat en Sjaak Swart op De Toekomst intrigeert me. Wat fluisterde Pacode Duitse technische alleenheerser toe aan de zijlijn van een oefenwedstrijdje? Der Sven, ik nam dan wel 50 jaar geleden (1973) afscheid; ik ben nog altijd de baas in onze wekelijkse rondos waarin ik dingen doe die je op het laatste WK niet hebt gezien. Ik ben er klaar voor. Ik zeg het al jaren! Bitte.

Sjaak, die op voet van oorlog leefde met Louis van Gaal, is kennelijk on speaking termsmet de man die zijn spelersbalboekje en de Amsterdamse transferkas zelfstandig leeg mag trekken. Hij was er al vóór Pietje (Keizer) en Jopieen is er nog altijd bij nu zijn cluppie opeens weer helemaal van voren af aan lijkt te moeten beginnen. In het gekkenhuis dat ontstaan is na het libido van Marc, de burn out van Edwin en de transfermissers, het trainersfalen en het daaropvolgende missen van titels, drukt Swart Mislintat ongetwijfeld op het hart hoe uit deze misère te geraken. Luistert Sven diplomatiek of gaan de tips het ene, beleefde oor in en het andere, nauwelijks geïnteresseerde oor uit? Ook al nemen we hem met een glimlach half serieus, Swart (85) is door alle voetbalwateren gewassen. Hij heeft tenminste altijd een beetje gelijk.

Het is inmiddels ruim 27 jaar geleden (14 augustus) dat de Amsterdam ArenA werd geopend. Op een abominabele grasmat lag een enorm doek dat een zee uitbeeldde. Terwijl Trijntje Oosterhuis over diezelfde De Zeezong, werden de mogelijk bezoekende clubs uit de Ere- en Eerste divisie door een leger medewerkers één voor één het doek opgetrokken. Als thuisclub, Ajax uiteraard als laatste; als een luxe passagiersschip. Zoals de Titanic, een schip dat nooit zou zinken. De financiële risicos (het aantrekken van o.m. Tadić en Blind) die Ajax vanaf 2018 nam, waren erop gericht om een regelmatige rol in Europa te spelen en een nationale dominantie zeker te stellen; vergelijkbaar met Bayern München, een club die (bijna) nooit naast de Meisterschaft grijpt.

Het nieuwe beleid en investeringen betaalden meteen uit, maar dat effectieve instrument is blijkbaar met de fotos van Overmars weggegooid. Mislintat riep bij zijn aantreden zo blij te zijn met het budget dat hem ter beschikking stond, om later uit te leggen dat er toch eerst verkocht moet worden. De durf is wegbestuurd. Sven praat wat recht is krom en leunt comfortabel op het realisme dat je hem pas na verloop van tijd mag beoordelen. Hij is een onduidelijk vreemdelingenlegioen aan het samenstellen, werkt met de omstreden zaakwaarnemer Lemić, overbetaalde fors hier (Tahirovic, Šutalo) maar ontving daar (Bassey, Daramy) weer verrassend meer. Voor de jeugd van Ajax lijkt de solist nauwelijks publiekelijke aandacht te hebben. Het talent Silvano Vos voelt de natte voeten al tussen de wal en het schip. Aan Maurice Steijn de ingewikkelde taak om razendsnel een team te smeden uit deze gloednieuwe, bonte verzameling en iedereen tevreden te houden. Het is een dunne lijn tussen alle posities dubbel bezet hebben en spelers op de bank die gefrustreerd gaan aansturen op een vertrek.

De supporters en oud-spelers houden hun bange hart vast. Ajax zal dit jaar écht moeten aanhaken. De club die de trotse frontrunner was, loopt achter de feiten en noodzaak (de tweede plaats levert automatische plaatsing Champions League op) aan. Ajacieden Noa Lang en Sergiño Dest voetballen onder Peter Bosz in Eindhoven. Hopelijk blijft het bij die gemiste kansen en tovert Sven Mislintat opeens de nieuwe, oude rechtsbuiten Sjaak Swart uit de hoge hoed. Je gelooft het gewoon niet, maar om met Golden Earrings Barry Hay (in Sleepwalkin) te spreken: het komt allemaal goed, want Dont panic, were on The Titanic’…

Robert Leon
www.dutchfellow.wordpress.com