Ik zet nooit de televisie aan, wanneer Ilja Gort (Château Gort & Gort – Ilja Gort) zijn wijnprogramma presenteert. Maar het lot wil dat ik bij het zappen toch altijd weer op zijn programma stuit. En dan hang ik aan zijn lippen. Hoewel ik al een paar jaar geen druppel meer drink, wil ik toch altijd naar mijnheer Gort kijken. Om mee-te-proeven, mee-te-ruiken, de fles mee tegen het licht te houden en kijken hoe de zon de gouden vloeistof kleurt. En dan Heer Gort zijn commentaar te horen.

Nu stuitte ik bij het zappen ook weer op Heer Gort, toen hij iets aan het proeven was. ‘Dat smaakt naar meegekookte steunkousen’, hoorde ik hem zeggen. Voordat hij de proefslok van deze drank met een ferme boog in de gootsteen spoog. Kernachtige taal, ik ben er dol op. Heer Gort steekt zijn commentaar nooit onder stoelen of banken, never a dull moment! Stiekem krijg ik van zijn soms lovende recensies over vooral witte wijnen een ouderwetse soort dorst. Maar tot nog toe zijn mijn benen sterk genoeg om niet te bezwijken. 

Lees ook: Uit het harde leven gegrepen

De enige soort alcohol, waarvan ik wel eens het piepkleine flesje aan de lippen zet, is de toverdrank van A. Vogel Echinaforce! Ik geloof dat dit geneeskrachtige spul 89% alcohol bevat. Het is een brandende slok, die ik dan wel met een flinke slok koud water wegspoel. Vroeger, toen ik nog maar kort de alcohol van mij af sloeg, at ik per ongeluk nog wel eens een rumboon.

Maar mijn ouwe lijf was alle alcoholische versnaperingen, ook als ze verstopt zaten in chocola, zo ontwend dat ik na het eten van een eenvoudige ouderwetse rumboon drang voelde op de tafel te dansen. Dus nu onthoud ik mij werkelijk geheel, behalve dan bij naderende griep die heftige slok Echinaforce. Daar krijg je ook geen kegel van (geloof ik).

Marjan Berk