Dankzij de bereidwilligheid van mijn oudste zoon, die met enig gepuzzel samen met zijn vriendin op een doordeweekse dag met mij naar Amersfoort reed, kon ik de presentatie van dit indrukwekkende boek bijwonen: Amersfoort en de oorlog – Stemmen uit een bezette stad.
Ik heb elf jaar in Amersfoort gewoond en de hele oorlogsperiode van begin tot eind meegemaakt. Richard Hoving en Wichard Maassen hebben met dit boek een indrukwekkend beeld gegeven van een bezette stad – een buitengewoon krachtig portret van Amersfoort, waarin ik mijn hele kinderleven herken.
Ik zag op tegen de presentatie, en toen ik de verduisterde zaal binnenkwam, waar foto’s uit het boek werden getoond, overviel mij een déjà vu-gevoel, dat pas verdween toen een kleine groep overlevende ouderen hun oorlogsverhalen vertelde. Het meest schokkend vond ik het levensverhaal van een oude man, kind van NSB’ers, een en al eenzaamheid en schrijnende ervaringen die hij moest doorstaan vanwege het foute oorlogsverleden van zijn ouders.
Lees ook: De geknipte vrouw
Voor mij was het meest bijzondere moment toen een mevrouw mij de groeten deed van een overlevende man, die tijdens de oorlog als kleine jongen met zijn moeder bij ons in Amersfoort ondergedoken zat. Op zolder in ons huis kreeg hij Hebreeuwse les. Ondanks de oorlog leerde hij de taal van zijn volk uit een boek dat hij, tot mijn kinderverbazing, achterstevoren las. Ik was gewoon jaloers op dat achterstevoren uit een boek lezen – dat wilde ik ook wel kunnen.
Hij heette toen nog ‘Günther’. Na de oorlog, die hij en zijn moeder Hertha in de onderduik overleefden, zijn ze naar Amerika gegaan. Hij is nu negentig jaar, hoogleraar geworden, en deed mij, zijn vriendinnetje uit Amersfoort, de groeten. Tegenwoordig heet hij ‘Charles’…