De gemeente Amsterdam heeft aangifte gedaan tegen de demonstrant die afgelopen weekend tijdens een Gaza-mars het Nationaal Monument op de Dam met rode verf bekladde. Justitie onderzoekt de zaak, maar de kans is groot dat de dader straks wegkomt met een taakstraf en een rekening voor de schoonmaakkosten.

In 2017 speelde een vergelijkbare zaak: een man spoot toen graffiti op het Nationaal Monument en werd veroordeeld tot een taakstraf van 40 uur. Ook elders in het land kregen bekladders van oorlogsmonumenten meestal taakstraffen en boetes. Alleen in uitzonderlijke gevallen, zoals bij extreem beledigende symbolen, volgde een korte celstraf.

Waarom geen zwaardere straf?

Het Wetboek van Strafrecht geeft voor vernieling en het ‘beledigen van een gedenkteken’ een maximumstraf van twee tot drie maanden cel. Rechters kiezen in de praktijk vaak voor een taakstraf, omdat gevangenisstraf voor een eenmalige actie als ‘te zwaar’ wordt gezien. Daardoor klinkt nu de roep om hardere wetgeving, want wie het Nationaal Monument bekladt, raakt aan een symbool van nationale herdenking en respect. Maar de kans is groot dat de rechtbank ook dit keer kiest voor wat critici spottend een ‘taakstrafje’ noemen.

Lees ook: Amsterdam volgens Britse krant een van de meest onvriendelijke steden ter wereld

Foto Michiel Verbeek/Wikimedia Commons