Eric van der Burg (VVD) staat weer eens ouderwets in de schijnwerpers. Niet vanwege een vlammend kamerbetoog, maar door twee grove uitlatingen in het Gaza-debat. ‘Kutwijf’, riep hij richting Esther Ouwehand en ‘teringlijers’ richting het NSC-vak. Daarna volgden excuses. Wat is er aan de hand met de Amsterdammer?

Vlaag van verstandsverbijstering?

Kan. Politici zijn ook mensen en in verhitte debatten vliegen emoties vaker hoog op. Toch is het zelden dat een Kamerlid zó grof uithaalt, zeker een doorgewinterde VVD’er.

Frustratie?

Ook een optie. Van der Burg draait al jaren mee, vaak in dossiers die stroperig zijn en waar hij z’n tanden op stukbijt. Het kan goed zijn dat de irritatie over een flink aantal ‘amateurs’ in de Kamer – collega’s die met grootse woorden weinig oplossingen aandragen – simpelweg een keer te veel werd.

Temperament?

Zeker niet ondenkbaar. De Amsterdamse VVD’er staat bekend als uitgesproken en emotioneel. Toch: temperament wordt vaak charmant gevonden, maar er is een dunne lijn tussen fel en ordinair.

Lees ook: Hedy d’Ancona: ‘Amsterdam is een sprookjespark geworden’

Of toch politieke strategie?

De VVD staat er beroerd voor in de peilingen en Dilan Yeşilgöz krijgt haar boodschap niet lekker tussen de oren van de kiezer. Een scheldpartij in de Kamer levert gegarandeerd aandacht op. Negatief, jazeker. Maar wél een manier om te laten zien dat de VVD ‘ook gewoon zegt waar het op staat’.

De waarheid?

Zal zoals altijd wel ergens in het midden liggen. Waarschijnlijk een mengeling van frustratie, temperament en een ongelukkig moment. Maar in de Haagse wandelgangen weet men één ding: dit soort incidenten kleeft. De VVD spindoctors kunnen zich buigen over de vraag of ze dit wegzetten als een ‘slip of the tongue’, of juist als bewijs dat de partij nog altijd ‘volks’ en ‘stoer’ is.

Tekst Martijn van Stuyvenberg Foto UK Government, CC BY 2.0, via Wikimedia Commons