Patatzaak De Belg aan de Reguliersbreestraat is officieel geopend door Lil’ Kleine en zijn jeugdvriend Daniel Lam. De twee Amsterdammers onthullen hun grootse toekomstplannen. 

Interview Martijn van Stuyvenberg, foto’s Romy Treebusch

Ineens weet je ‘t: je begint een patatzaak in de Reguliersbreestraat…

Jorik: ‘Precies! Want dat is in de eerste plaats een mooie en uitdagende business. Het is zeker geen kwestie van zoveel mogelijk patat proberen te verkopen, maar we willen vooral de beste zijn. Ten tweede komt er een droom uit nu ik samen met mijn allerbeste vriend deze zaak ben begonnen. Wist je dat we het hier tijdens het chillen op straat al over hadden vroeger?’

Daniel: ‘Bij de meeste gappies blijft het dan bij een fantasie, maar wij hebben er werk van gemaakt. Al op jonge leeftijd ging ik aan de slag bij mijn ouders in het hotel aan de Damstraat (Hotel De Gerstekorrel, red.). Ik kom uit een familie van echte aanpakkers die ervoor gaan. Mijn vader was een keiharde werker en een echte horecaondernemer. Al op zijn achttiende opende hij zijn eerste zaak en daarna boekte hij vele successen, maar hij ging ook een aantal keren flink onderuit. Toch bleef hij zijn hele leven lang beuken en die eigenschap heb ik van hem meegekregen.’

Waarin onderscheidt De Belg zich van alle friettenten?

Jorik: ‘Het klinkt misschien een beetje uit de hoogte, maar Daniel en ik zouden nooit iets beginnen als we niet de allerbeste kunnen zijn. We gaan heel kieskeurig te werk en hebben veel tijd geïnvesteerd in het zoeken naar de allerbeste producten. Dit seizoen gebruiken we bijvoorbeeld de Markies-aardappel, die helemaal perfect gesneden moet worden. Plekjes en vlekjes op de patat zijn uit den boze. Wat ons verder nog onderscheidt, is dat we grootse plannen hebben met De Belg. Zo hebben we het plan opgevat om meerdere vestigingen te openen, ook buiten Amsterdam.’

Jullie zijn allebei rasechte Amsterdammers. Wat is jullie achtergrond?

Daniel: ‘Ik groeide op in Oud-Zuid en word door anderen waarschijnlijk omschreven als een echt Amsterdams boeffie.’

Jorik: ‘Dat zal bij mij niet anders zijn. Ik ben geboren op de Nieuwmarkt en daarna verhuisden we naar Amsterdam-Oost en weer wat later naar de Jordaan.’

Daniel: ‘Ik ken Jorik al vanaf zijn Nieuwmarkt-tijd, toen we samen voetbalden in De Waag.’

Jorik: ‘De voetbalcombinatie Lam/Scholten was legendarisch.’

Daniel: ‘Vandaar dat we nu maar een patatzaak zijn begonnen, haha.’

En hoe vaak hebben jullie samen het Rembrandtplein onveilig gemaakt?

Daniel: ‘Dat is niet meer op één hand te tellen.’

Jorik: ‘We hebben het Rembrandtplein al vaak op z’n kop gezet, maar om eerlijk te zijn vind ik de buurt rondom het Leidseplein veel leuker om uit te gaan.’

Daniel: ‘Drie verzachtende factoren speelden trouwens een belangrijke rol bij dat kwajongensgedrag van vroeger: we waren zestien, we zijn allebei Amsterdammers en niemand lette op ons.’

Jorik: ‘Toch ben jij altijd als een grote broer voor me geweest.’

Wat waarderen jullie aan elkaar en waarin schiet je beste vriend soms net effe tekort?

Daniel: ‘Jorik is in de eerste plaats een doelgerichte en ambitieuze harde werker.’

Jorik: ‘Vooropgesteld dat iedereen slechte eigenschappen heeft en niemand perfect is, waardeer ik het heel erg dat Daniel mij af en toe dusdanig op m’n plek kan zetten dat ik me bijna schaam. Maar dat zie ik als heel positief.’

Daniel: ‘Jorik kan soms ook best wel laks zijn. Dat vergeef ik hem onmiddellijk, want hij is onwijs druk en iedereen hangt aan z’n benen. Maar als ik tegen hem zeg wat er moet gebeuren, staat hij zijn mannetje en zorgt ‘ie dat het goed komt.’

Jorik: ‘Het geheim van een goede vriendschap is dat je er onvoorwaardelijk voor elkaar bent, maar ook dat je af en toe sorry tegen elkaar kan zeggen als je er effe naast zat. Succes kan een egoïstisch mens van je maken en daarom koester ik deze waardevolle vriendschap.’

Daniel: ‘Toen mijn vader acht jaar geleden overleed, ben ik in één klap volwassen geworden. Ondanks het feit dat ik een heel lieve moeder heb, had ik toch het gevoel dat ik er alleen voor stond.’

Jorik: ‘Als ik daar nog even op aan mag haken… Je zegt net over mij dat ík hard werk en dat is ook zo, maar vrijwel elke dag om half zeven opstaan om alle verantwoordelijkheden die je op je hebt genomen uit te voeren: dát noem ik pas beuken! Je zou er alleen wat meer van mogen genieten, ouwe.’

Last but not least: welke echte Amsterdammer mag altijd een gratis frietje komen eten?

Daniel en Jorik: ‘Sjaak Swart!’

Snacken met Jorik & Daniel

Met of zonder?

Jorik: ‘Sowieso mét!’

Daniel: ‘Met!’

Saus erop of ernaast?

Jorik: ‘Doe maar erop.’

Daniel: ‘Honderdduizend procent erop.’

Met curry of ketchup?

Jorik: ‘Ketchup!’

Daniel: ‘Nee, met curry.’

Kroketje of frikandelletje erbij?

Jorik: ‘Kroket.’

Daniel: ‘Kroket.’

Patatje oorlog of kapsalon?

Jorik: ‘Oorlog, natuurlijk.’

Daniel: ‘Tssss kapsalon… Oorlog it is!’

Gewone of raspatat?

Jorik: ‘Gewone.’

Daniel: ‘Ja natuurlijk, gewone.’

Vlaamse frites of French fries?

Jorik: ‘Belgische fritten zijn écht lekker.’

Daniel: ‘Belgische!’

Gewone mayo of McDonald’s fritessaus?

Daniel: ‘Wat dacht je van onze eigengemaakte De Belg-mayonaise?’

Jorik: ‘Oftewel: van die lekkere volvette foute mayo, zoals het hoort!’