Zeg je Bacardi Lemon, dan denk je meteen aan de gigantische zomerhit van Mart Hoogkamer. Naar eigen zeggen is hij maar ‘een 23-jarig pikkie uit Leiden’, maar wat ons betreft heeft hij exact dezelfde verfrissende directheid en nuchtere instelling van een echte Jordanees. Mokum Magazine vroeg de ambitieuze en openhartige volkszanger – letterlijk en figuurlijk – het hemd van het lijf.

Van Lachen, Beetje Huilen met Willeke Alberti tot de prachtige versie van Unchained Melody, gevolgd door dé zomerhit van 2021: Ik Ga Zwemmen (in Bacardi Lemon). Hoe veelzijdig kan je zijn, Mart?

‘Eigenlijk ligt mijn hart bij volksmuziek, maar tijdens het ontstaan van het nummer Ik Ga Zwemmen wist ik meteen dat het een hitje kon worden. Vervolgens dacht ik: mijn repertoire hoeft niet altijd alléén máár uit serieuze liedjes te bestaan. Zeker in deze lastige tijd is er bij iedereen behoefte aan een beetje positiviteit, gezelligheid en gekkigheid.’

Besef je wel dat je dit nummer de rest van je leven moet blijven zingen bij al je optredens?

‘Ik ben een ontzettende fan van André Hazes en heb altijd gedacht: hoe zou het zijn als je liedjes hebt als Een Beetje Verliefd, Bloed, Zweet en Tranen of Zij Gelooft In Mij? Of Geef Mij Maar Amsterdam van Johnny Jordaan, ook zo’n liedje dat nooit vergaat. Ik hoop dat je Ik Ga Zwemmen over tien jaar nog steeds hoort in alle kroegen. Of ik het zelf over tien jaar nog steeds zing? Ja hoor, met heel veel plezier zelfs. En anders houd ik gewoon mijn mond, want iedereen zingt de tekst inmiddels van A tot Z mee, haha.’

Je omschrijft jezelf vaak als ‘een jongen van de straat’. Wat houdt dat in jouw geval in?

‘Als kind was ik heel veel buiten en dan probeerde ik om de aandacht op me te vestigen door te zingen. Tegenwoordig zitten kinderen op hun telefoon, Xbox of op de PlayStation, maar ik groeide op in zo’n volksbuurtje waar we naar buiten werden geschopt en de touwtjes uit de deur hingen. Mijn vader was stratenmaker en mijn moeder schoonmaakster. Ik kom uit een heel gewone familie die ik – op een positieve manier en vol trots – als Tokkies zag. Niet in de zin van aso’s, maar wij zijn ‘recht is recht en krom is krom’-types. Een soort van Jordanezen, maar dan in Leiden. Waarschijnlijk is dat ook meteen de reden dat ik heel goed ga op échte Amsterdammers die ook in een volkswijkje zijn geboren en opgegroeid.’

Wat doet de bekendheid met je?

‘Er komt nu een tsunami van mensen over me heen, van jong tot oud, die me nazingen, met me op de foto willen of even een praatje willen maken. Om je een voorbeeld te geven: ik zat laatst bij de McDonald’s en daar wilden werkelijk álle medewerkers met me op de foto. Ja, dat vind ik mooi.’

Lees ook: Dave Roelvink: ‘Ik ben al mijn hele leven een boeffie’

Veel vrouwelijke aandacht ook?

‘Ook, ja. Maar ik heb een vriendin waar ik heel veel van hou en die heel goed voor me zorgt. Gelukkig kan zij er goed mee omgaan met wat ik allemaal meemaak en zij houdt me in alle opzichten op het rechte pad. Ik ben niet van de drank en de drugs, maar ik ben wel het type dat veel te laat naar bed kan gaan en ’s nachts een lekker shoarmaatje bestelt. Zij is meer van het vroeg slapen, goed voor je lichaam zorgen en je ritme in de gaten houden. Desondanks ben ik vorig jaar toch met mijn neus tegen de muur gelopen. Ik zat tegen een burn-out aan, had een dubbele longontsteking en een astma aanval en toen werd het me nog eens extra duidelijk hoe belangrijk het is om heel goed voor mezelf te zorgen.’

Hoe zie jij je toekomst?

‘Ik ben iemand die dag en nacht bezig is met zijn carrière. Ik leef door muziek. Muziek biedt me troost of maakt me blij. Van Froger tot Hazes in zijn goede tijd, Tom Jones of Engelbert Humperdinck: ik kijk veel concerten terug van talloze artiesten die ik bewonder. Ik sla alles op en ik wil gewoon geschiedenis schrijven. Dat heb ik altijd al voor ogen gehad en daar blijf ik de rest van mijn leven heel hard voor werken.’

Interview Martijn van Stuyvenberg Foto’s William Rutten Visagie Jedidjah Kuijten