Deze maand ontmoeten we Drukwerk-zanger Harry Slinger (73) bij Bagels & Beans op de prachtige locatie Spaarndammerstraat 149-A.

‘Drie hoog achter op de Bloemgracht’, is een zinnetje uit de Drukwerk hit Hee Amsterdam. Welke mooie herinneringen bewaar jij aan die buurt?

‘We woonden op nummer 121, 3 hoog, naast Garage Bakker. Overigens ben ik niet op 3 hoog áchter maar in het voorkamertje op de derde verdieping geboren, maar dat klonk minder goed. Als je bij ons in de keuken stond en je je optrok aan het aanrecht, kon je op de Westertoren kijken hoe laat het was.’

Je woont niet meer in Amsterdam…

‘Nee, en dat komt door mijn vrouw. Zij is in Koog aan de Zaan geboren. Toen wij kinderen kregen en we nog boven Café Drukwerk op de hoek van het Singel en de Brouwersgracht woonden, werd het een beetje krap. We zijn toen verhuisd naar de Zaanstreek en daar had ik in het begin – ondanks dat ik in die tijd al veel onderweg was met de band – best veel moeite mee. Maar dan beeldde ik me in dat ik bij helder weer de Westertoren kon zien.’

Zie je de jaren 80 als je glorietijd?

‘Zeker, dat waren krankzinnige tijden. Ik ben een van de weinigen in Nederland die een gouden single heeft van Je Loog Tegen Mij, waarvan er 147.500 exemplaren zijn verkocht. In het begin sloeg dat nummer helemaal niet aan, maar na een half jaar was er dankzij Frits Spits geen houden meer aan. Toch weet ik achteraf óók dat succes hebben leuk is, maar ook slopend.’

Voel jij je nog steeds een échte Amsterdammer?

‘Jaaa, het is bij mij zeker geen kwestie van ‘uit het oog, uit het hart’. Maar weet je wat ik zo leuk vind aan de inwoners van Amsterdam? Dat, wanneer ze ergens anders gaan wonen, ze vaak blijven zeggen dat ze een Amsterdammer zijn. En wat mij betreft is het ook zo dat je hier niet geboren hoeft te zijn om een Amsterdammer te zijn. Maar zelf ben en blijf ik een hele échte. Geboren en getogen – en ik voldoe aan alle clichés als ‘grote bek’, ‘gevoelig hart’ en ‘heel sociaal’. Ik kan me er ook nog steeds over opwinden als dingen in mijn ogen verkeerd gaan, zoals onlangs met dat nieuwe vergunningssysteem van de gemeente waarvan salonboten de dupe zijn. En wat dacht je van al die mensen die niet meer met een keppeltje over straat kunnen? Zijn we nou gestoord geworden met z’n allen?! Of je nou Joods, Marokkaans, Turks of een gewone ‘witte’ Amsterdammer bent: wij samen vormen Amsterdam.’

Lees ook: Govert de Roos: ‘Het zit niet in mij om de platgetreden paden te bewandelen’

Ben jij een positief ingesteld mens?

‘Als mijn vrouw antwoord zou geven op deze vraag, zegt ze ongetwijfeld dat ze er weleens moe van wordt. Als ik ’s morgens wakker word, denk ik: ‘yes, daar zijn we weer!’ Weet je wat het is? Ik heb het mooiste vak van de wereld, waar ik álles in kwijt kan. Ik heb in musicals en in films gespeeld, ik ben weer gevraagd om Willy Alberti te spelen en ik treed af en toe op met mijn zoon. Wat wil een mens nou nog meer?’

Waar kijk jij met het grootst mogelijke gevoel van trots op terug?

‘Als kind zag ik grootheden als Mahalia Jackson en Procol Harum optreden in Het Concertgebouw. Nadat we een hit scoorden met Je Loog Tegen Mij, zei ik: nu wil ík een keer van die trap afkomen. Met de toenmalige directeur van Drukwerk ben ik toen naar Het Concertgebouw gegaan om te vragen wat een avondje in die tempel kostte. Binnen een dag was het uitverkocht. We versierden het podium met bloemstukken en Amsterdammertjes en vlak voor aanvang van de show had ik zo’n gevoel van: kijk, hier komt dat kleine jongetje van de Bloemgracht de trap af. Heel even keek ik naar boven en zei ik: kijk pap, daar gaat ‘ie!’

Is Amsterdam nog net als toen?

‘Ja, dat is nog steeds de meest vlekkeloze tekst over Amsterdam. Ja, als je de bebouwing, de verkeersborden en de omleidingen bekijkt, is er een hoop veranderd. Maar Amsterdam is altijd in beweging en daarom is de stad niet veranderd. Dus wie zegt dat Amsterdam is veranderd, snapt er geen bal van.’

Productie Martijn van Stuyvenberg

Harry Slinger Harry Slinger Harry Slinger